Inhoudsbeschrijving van 142 oorkonden

Concept Inventaris [versie: 22 maart 2010]
door © Rien van den Brand, Aubadestraat 6, 5802 EX Venray (2010)

Beknopte inhoud van de oorkonden in het Heerlijkheidsarchief Heyen

De originele oorkonden bevinden zich als Duits Staatseigendom in het Staatsarchief te Münster/Westfalen, en wel in het

Archiefbestand: Von Rombergsche Archive – Herrlichkeit Heyen.

EN sedert 17 maart 2010 ook geheel in digitale vorm én op A-3-formaat, in kleur, geprint in het Gemeentearchief te Gennep.

Verwijzing:

Rombergsches Archiv Haus Heyen – [8400 Haus Heyen]
Oorkonde. 01

25 juli 1338 Voor de gemeenschappelijke laten van Heyen en de laten Arnt Cort Jans en Henrick van Hummersum sticht vrouwe Heyll van der Houffgeweir tot ziels zaligheid van haar zelf en oere alders een altaar, de vicarie synter Clays in het kerspel Heijen. Henryck Spanrebock wordt een heer tot Heyen genoemd en Heyll is een natuurlijke dochter van Henryck. Als bedienaar van het altaar wordt heer Jan van Gennep pryester aangesteld. Dit is geschied in den jair ons Heren duysent driehundert acht und dartich up sent Jacobs dach des hylygen apostels. Aan de oorkonde hangen twee zegels.

Opmerking: Elders in het privé archief van de familie Von Rombergs nog een soortgelijke originele oorkonde gevonden met één zegel.

Oorkonde. 02

13 december 1420 Johan van Loen, heer tot Heinsberg, tot Gennep en tot Lewenberg, beleent Jan Spaenrebuyc van Ghenp met het goed, geheten Tsieghens hoeve met alle rechten en toebehoor, dat hij weer van Hinric van Hoemen gekocht heeft en gelegen is in den lande van Ghenp en dat Hinric van Hoemen in leen hield van Johan van Loen. Bij de overdracht van dit leengoed verzocht Jan om Lisbetten van den Byessen, zijn echte wyve, hiermee te mogen tuchtigen, zodat zij hieruit later als eventuele weduwe in haar levensonderhoud kan voorzien, zolang zij leeft. Als leenmannen getuigen Hinric Scaerdenberch van Heyden en Hinric Spaenrebuyc heer tot Heyden. …. .dusent vyerhondert ende twintich op lucyen dach der heylighen Jonfrouwen. Behouden zijn twee zegels.

Oorkonde. 03

13 december 1420 Voor de schepenen van Gennep is Jan Spaenrebuyck van Ghnep verschenen en hij getuigt dat hij met vrije wil aan zijn vrouw Lysbetten van den Byessen, na zijn dood, al zijn goed gegeven heeft, dat in der heerlichkeit van Ghenp ligt. De schepenen zegelen de oorkonden in dusent vyerhondery ende twintich op sunte Lucyen dach der heyligher jonfrouwen.

Oorkonde. 04

25 maart 1421 Reynolt van Zellaer en Hinric Spaenrebuyck, leenmannen van de heer van Heynsberghe en Otte Drubbele em Ghijb Noeykens zoon, als schepenen van Gennep, maken bekend, dat Deric van Kessel, een gezworen landmeter, achtien merghen muers (moer als turfgebied) gemeten heeft. Vrouwe Meyssen van der Heyden mag hiervan negen morgen en vrouwe Mechtelt van Meghen negen morgen gebruiken, gelegen naast des heren muer. …. Dusent vyerhondert ende enentwintich des dynsdaghes na des heylighen Paesdaghes. Enkele zegels behouden.

Oorkonde. 05

11 augustus 1426 Voor de Heijense laten Neude Leyten, Beldken (en?) Peter Pulse, wordt in een openen brief verklaard, dat Evert van den Ham voor een erfpacht twee stukken land aan Heyn Boeyken en zijn erven overgedragen heeft tegen een jaarlijkse betaling op Sint Andriesdag van een malder gerst. De laten hebben Yesbrant, heer tot Heyden, verzocht namens hen de oorkonde te zegelen op … dusent vierhondert ende sesendetwintich des anderen dages nae sente Laurens dach.

Oorkonde. 06

25 januari 1431 up sunte Pouwels dach conversio

Neude Leijten, Jan Rijckouts zoon, Deric van Hommersum, laten te Heyden (Heyen), getuigen dat voor hen getuigd heeft, dat Hinric Buck van Heyden erfelijk in een erfpacht zijn hoff tot Heyden heeft gegeven aan Arnt Keddem Jan Beltken en Jan van Radesanten tegen 44 malder koren (half gerst en half haver) en een schepel. Gezegelde brief.

Oorkonde. 07

4 october 1437

Jan van Loyn, oudste zoon te Heinsberg en Lewenberg, zegt Johan Spaenrebuck schadeloosstelling toe.

Oorkonde. 08

25 februari 1453

Segher Wadden, Johan van Ray en Arnt Gysen, laten te Heijen, bekennen dat voor hun gezeten richter Henrick Spaenrebuyck, heer tot Heijen, Katheryn Godden de zusters te Kranenburg een erfpacht weiland gegeven heeft. Bezegelde brief

Oorkonde. 09

8 december 1460 Dusent vyerhondert ende tsestijch op Conceptionis Marie virginis.

Henrick Spaenrebuijck, heer tot Heyden, Seger Wadde, Derick Soenwass, Ghysken Maes, Soenwass zoon en de laten van Heijen bekennen dat Jan Spaenrebuijck, Derick Soenwass en zijn jonkvrouwe Gertruyt, Wyllem Becker en Alyt zijn huisvrouw erfelijk aan Henrick van Hommersum en zijn erven een halve weerd land verkocht hebben.

Oorkonde. 010

7 september 1461 ….. op onss liever vrouen avent Nativitatis

Henrick van Hummersum en Johan Dericks soen, laten te Heyen, verklaren dat voor hen en hun richter twee echtparen gekomen zijn en wel Henrick Kreeft en Alit zijn echtgenote, Peter Boeninghs en huisvrouw, die afstand doen van een pas / weiland tussen Afferden en Heijen ten behoeve van Gerit Schumekers en zijn rechte erven. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 011

13 mei 1465 …..up sunte Servaesdach.

Arnt Messmeker, Ghijsken Maessoen, Hupert Mosterty, Maes Pelen soen, allen laten (= horige boeren, lijfeigenen) tot Heijen, bekennen dat voor hen Gerit Schumeker tot Heijden en zijn kinderen verschenen zijn die bevestigen, dat zij jaarlijks een malder aan Herman Pelen schuldig zijn uit een camp lands.

Oorkonde. 012

11 november 1490

Wynalt Schynck, natuurlijke zoon van ridder Wynalt Schynck en Johan Sieben, geheten Brouwer, richter tot Afferden, Johan Beltkens, Thys Beltkens schepen en overige schepenen van Afferden bekennen dat voor hen Jan Pletkens en zijn vrouw Lysbeth gekomen zijn. Zij bevestigen een jaarlijkse vordering van drie malder koren verkocht te hebben aan Aleide van Asselt en haar erven, komend van een huis en hoff, gelegen tot Hoekellem (Heukelom).

Oorkonde. 013

3 mei 1501

Wilhem van Asselt, Adriaen van den Berghe en de gebroeders Henrick en Conraet Hack zijn als scheidslieden benaderd bij een erfdeling tussen Henryck, Gerard, Aleitden en Katherynen Spaenrebroucks over de heerlichge guyde, erftyns, eygen off eerfpacht guyde, lyffgewijns guyden, roeyden, pessem buyssche, huyssinge, huyssrait, haeffstat, kleynoit, yngedompt, levendige have ende voert van allen anderen guyde erve, rede ende onrede, ruerende ende onruerende schout ende weder schout, daer Henryck Spanrebroicks eyn here tot Heynden ende Joffer Lysbeth syn echte huysfrouwe, beiden gestorven.

Oorkonde. 014

7 februari 1508

Voor de Gennepse schepenen verschijnt Barbara van Asselt en zij doet afstand van een huis, hof met een schuur bynnen Gennep by den molentoren, haar beste bed, enz. ten behoeve van Hynrick Spaenrebocks, soene tot Heyden.

Oorkonde. 015

4 mei 1510

Verhandeling over het huwelijksverdrag tussen de zoon hertog Johan van Kleef, graaf van der Marck en Marie, dochter van Willem, hertog van Gulik en Berg.

Oorkonde. 016

15 juni 1510 dusent vyfhondert und tijen op sunte Viti dach des hiligen merteler.

Derick Scheyff, Wyllem Vermasen, laten te Heyen, en Erken Artz, richterbode aldaar, getuigen dat Ot van Holtmolen en zijn vrouw Lysbeth twee morgen land overgedragen hebben. Dat land is als eyn vry erff gelegen aen dy nye beeck en komt aan Hynric Spaenrebock, eyn here tot Heyden und syne rechter erven. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 017

2 october 1512 dusent vyfhondert und twelff des anderen daghs nae sunte Remeyssdagh des hilgen bysschops und confessoris. Voor Gijsbert van Meer en Peter van Schelberch, leenmannen van de Boxmeerse Leenhof, verschijnt vrouwe Mechtelt Spaenrebocks, eyn aldste dochter tot Heyden, en zij verzoekt om het leengoed Heyen dat zij via haar ouders volgens leenrecht gekregen heeft over te dragen aan haar broer Hynrick. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 018

8 oktober 1512 …. dusent vyfhondert und twelff op sunte Dyonysius avent des hiligen mertelers.

Voor Deryck Pelen en Dryes van Haen, laten van Heyen, verschijnt Mechtelt Spaenrebock en zij draagt alle alsulken erftael, versterfnys van toekompst, als haar bij erfenis als oyrs kynsdeyls toegevallen is over aan Hynrick Spaenrebock en zijn vrouwe. Rolof van Ossbert, schout tot Heyen, zegelt de overdrachtsovereenkomst.

Oorkonde. 018a

20 januari 1514 … vyfhondert und viertyen op sunte Fabianus unde Sebastianus dach der hilger merteleers.

Hynrick Nab en Jan Ebben, laten van Heyen, oorkonden dat Ot van Holtmolen en vrouwe Lysbet hun erf, gelegen in der hierlicheit und gericht van Heyden en dat gelegen is nabij het goed van dy pastoir van Heyden, verkopen en overdragen aan Hynrick Spaenrebocks eyn here to Heyden, en zijn vrouw Artz.

Oorkonde. 019

11 september 1515 … dusent vijffhondert und vyftien jaere op dynxdach post Nativitatis Marie virginis.

Voor Deryck Scheyff en Jan Boschman, laten te Heyen, en voor de richter vanwege onser beyden heren, verschijnt Ot van Holtmolen en zijn vrouw Lysbet en zij dragen een morgen land op den wyttensteyn over aan Hynrick Spaenrebock, een heer tot Heyden, en zijn vrouw Art. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 020

20 december 1515

Gaert Verheyen, Henrick van Kempen en Marten Wynetz, laten en Eirken, gerichtsbode te Heyen, oorkonden dat voor de richter van beyder heren wegen, Lyffart van Wylack en vrouwe Lysbet verschenen zijn inzake een erfgoed dat Henrick Spaenrebock, een heer tot Heyen, en vrouwe Art, eerder gekocht hadden van Otten van Holtmolen en zijn vrouw Lysbeth. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 021

10 januari 1516 …. dusent vyfhondert und sestyen op donredagh nae der hilger dry konnynck dagh.

De schepenen van Gennep maken bekend dat voor hen Wyncken ingyn Boegum en Griet Verstegen zijn zuster, een huyss und hoff mit der schuren gelegen bynnen Genp in dy Moelenstraet, overgedragen hebben aan Hynryx Spaenrebock, eyn here tot Heyden ende joffer Art, synre echter huysfrou. De schepenen van Gennep zegelen de oorkonde.

Oorkonde. 022

1 december 1516 ….. dusent vyffhondert und sestien op sunte Loys dach des neesten dachs nae sunte Andrieedach vurscr.

Jacob Soenhoeven en Derick Pelen, laten te Heyen, getuigen dat Hynrick van Kempen en Gertruyt voor hen gekomen zijn en verklaren een jaarlijkse schuldenlast te hebben van twee malder rogge Heydens maeten, steeds te betalen op sint Andriesdag. Deze hypotheekrente, in de vorm van een graanlevering, mogen zij van Hynrick Spaenrebock en zijn vrouw Art aflossen met een eenmalig bedrag van 27 bescheyden Philippus gulden.

Oorkonde. 023

15 januari 1520 …. dusent vijffhondert ende twyntich den vyfftienden dach yn januario.

Stichting of fundatie van een Sondachse vroechmysse in der heylyge kercken van Heyen onder goedkeuring van de huidige pastoor. Deze zal altyt dat heylige wywater werpen in deze vroegmis. Uit de opbrengsten van een stuk land, geheyten dye papelijer ter grootte van 12 of 13 morgen, worden de kosten van de kerkelijk bedienaar betaald. Collatie- of voordrachtsrecht heeft de tijdelijke heer van Heyen. De heer van Heijen en anderen, waaronder de schepenen van Heijen, bekrachtigen deze fundatie met hun zegel.

Oorkonde. 024

27 augustus 1522 …dess gonssdage nae sunte Bartholomeus dess heyllige appostele.

De Gennepse schepenen maken bekend dat voor de kerkmeester Hanrick Wolters en met consent van de Gennepse burgemeester, schepenen en raedt onsser stadt Genpp en met medeweten van Hanrick Spaenrebuick, heer tot Heyen, eerder genoemde (oork. 022) twee malder rogge als jaarlijkse rente aan de kerk van Heijen mag aflossen. Het zegel van de Gennepse schepenbank is aangehecht.

Oorkonde. 025

8 maart 1526 … den achten dach in de mert.

Voor de Heijense schepenen en de gezeten richter van beyder onss heren wegen verschijnt heer Peter Bosman, vicaris van het O.L. Vrouwe altaar te Hassum in verband met de aflossingsmogelijkheid van 10 Philippus gulden. Dit aflossingsrecht claimt Henrick Spaenrebock, een heer tot Heyen. De oorkonde wordt bezegeld door Reyner van Loebeeck, richter en het schepenzegel van Heyen.

Oorkonde. 026

22 februari 1529 ….up sunte Petersdach ad Cathedram geheytten

De gemene schepenen van Gennep bekennen dat Godefridus Hondert Schillinck vanwege de vicarie van het Sint Anthonius altaar in de Gochse kerk voor hen verschenen is inzake een jaarlijkse bedrag van vijf Philippus gulden. Deze jaarlijkse betaling rust op een weiland aen den wyttesteen van Wyllem Rutten en Henneken zijn huisvrouw.

Oorkonde. 027

23 februari 1529

De Gennepse schepenen maken bekend dat voor hen priester Johan Verholt, vicaris van het Sint Anthonius altaar in de parochiekerk van Goch, bevestigd heeft dat Willem Rutten en Henneken zijn huisvrouw een jaarlijkse rente van vijf Philippus gulden aflossen kunnen. Het Gennepse schepenzegel beschadigd.

Oorkonde. 028

10 januari 1516 …up sente Markus dach des heiligen apostols.

Johan van Loen, heer te Gulik, Heinsberg en Lewenberg bekent in deze openen brief dat vanwege verrichte diensten door Johan Spaenrebuyck der Jonge aan hem grondbezit in het Land van Gennep en onder Middelaar afgestaan wordt. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 029

14 februari 1533 up sunte Valentyns dach.

Voor Gennepse schepenen draagt Derick Pelen en Katheryn zijn vrouw een weiland bij de Wittensteen over aan Wyllem Rutten en Johanna zijn vrouw. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 030

17 juli 1537 up dynxdach na sant Margrieten dach.

Voor de Gennepse schepenen en de richter verschijen de oudere heren Derick Ebben en Johan Bussman en wel op verzoek van de priester Henrick Spanrebock vanwege de weduwe Arendt, echtgenote van Henrick Spanrebock, een heer to Heyden (Heijen) inzake het turf steken van oeren torff up Genpper ven. De schepenen zegelen de oorkonden.

Oorkonde. 031
dess twellefften dachs mensis decembris.

12 december 1541

Huwelijksverdrag tussen Geijtzschaelk Wijenhorst en Anna Spanrebock, dochter van wijlen Henrick Spanrebock, heer to Heijen, en zijn vrouw Arnt van de Vort. Oorspronkelijk bezegeld met 15 zegels.

Oorkonde. 032

2 april 1543 Latijnse tekst.

De officiaal Johannes a Vlatten, proost van St. Victorkapittel te Xanten en tevens aartsdiaken geeft een verklaring uit over het altaar van St. Nicolaas in de Heijense kerk i.v.m. het overlijden van de priester Henricus Spanrebock. De collatie of de voordracht voor de nieuwe bedienaar of vicaris van dit altaar berust bij Theodoricus van der Lippe alias Hoen, tijdelijk heer van Afferden. Beschadigd zegel.

Oorkonde. 033

2 november 1543 Latijnse tekst

De generaal vicaris Johannes van de Keulse kerkprovincie maakt bekend dat Johannes Spanrebock de Heye de eerste tonsuur als geestelijke in Keulen ontvangen heeft.

Oorkonde. 034

17 juni 1544 up dynxdaich den soeventyenden Junij. Huwelijkscontract tussen Rutger van Erpray en Lyffart Spanrebock. De verbintenis werd met negen bijenwaszegels bekrachtigd.

Oorkonde. 035

10 october 1545 up synt Victors dach.

Goetzschalck van Wijenhorst en Anna van Wijenhorst, echtgenoten, verklaren van de weduwe Arnt, geboren van die Vort, echtgenote van wylner Hanrick van Spanrebock, eyn vrou tot Heijden ende van yeren kynderen een bedrag van vyeff hundert golt gulden ontvangen te hebben.

Oorkonde. 036

5 mei 1556 up den vifften dach der manach mey.

Erfdeling tussen Aleff van Meverdern te Hasssent en zijn zusters Galant van Meverden geheten van Heijden en Arnt van Meverden.

Oorspronkelijk bezegeld met zeven zegels.

Oorkonde. 037

november 1547 soeven und verttich in novembris.

Henrick van den Bungart en Lenardt van Cruchten, leenmannen van de hertog van Kleef, Gulick en Berg, maken bekend dat voor hun verwanten een leengoed overgedragen is aan Arnt Spaenrebock, eyn eer the Heiden en synen erven, geheten Bussershuysen gelegen in den Gericht Gennep zoals Reyner van Holthuysen en zijn vrouwe Johanna van Blitterswick dat gehad hebben en dair tho den hoff, genampt den Hamschen hoff in der Gericht Heiden gelegen.

Oorkonde. 038

12 november 1553 den twelfften dach dess maentz Novembris

Helmich van Holthuysen ziet af van het leengoed Busserhuysen in den Ampt van Gennep en den hoff genandt Hambschen hoff in der heirlickeit van der Heijden (Heijen), dat verpand was aan Gaedert Turck, drost tot Goch, ten gunste van zijn lieve neef Arndten Spaenrebock, heren ther Heijden. Drie zegels.

Oorkonde. 039

5 augustus 1557

Anthoenis Blaeijman, priester en prior in de Gaesdonck en leenheer des Conventz ind gaitzhuysse in het ambt van Goch, maakt bekend dat hun leenman Mylessen van der Lynden uit het leengoed, geheiten Bocxsguet, eynen kamp bouwe landts, geheiten den nyen kamp voer eynen fry erff guet, gelegen in der heerlicheit ind gerichts tot Heyen mag verkopen.

Een zegel.

Oorkonde. 040

14 april 1558 den virteynden daich Aprilis.

Peter van Beryngen en Lelys van der Lynden, leenmannen, maken bekend, dat voor hen Gottschalk van Wyhenhorst en zijn vrouwe Anna, geboren Spanrebock verklaard hebben van hun zwager en broer Arndt Spanrebock, heer tho Heyen, het geld, toegezegd in hun huwelijkscontract, ontvangen te hebben.

Drie zegels.

Oorkonde. 041

17 augustus 1558 opten seventhiendendach Augusti.

Peter van Beeringen en Johan Verferth leenmannen en Herman Pelen, Johan Mychaels schepenen en verder de gemene schepenen van Heijen leggen een gezamenlijke verklaring af. Met inwilligiing van de Gaisdonckse prior en leenheer is aan Arnt Spanrebock, heer te Heijen, en zijn vrouw Galand van Meverden een kamp bouwe landtz geheiten den Neyenkamp in de heerlijkheid Heijen verkocht. Oorspronkelijk 4 zegels, 3 behouden.

Oorkonde. 042

6 februari 1559 op maendach den sesten February.

Melys van der Lynden en Sibert Lesier, schepenen van Gennep, maken bekend dat voor hen Arndt Spaenrebock, een heer te Heijen, en zijn vrouw Galandt van Meverden een jaarrente van 58 halven hertoich Philippus gulden overgedragen is. Onderpand is een bouhof myt den den getymmer dair op stande gnoempt die Loicht aen den Wyttensteyn in het gericht Gennep.

Geen zegels behouden.

Oorkonde. 043B

6 februari 1559 op maendach den sesten Februarij.

Voor Melys van der Lynden en Sibert Lesier, schepenen en de gemene schepenen van Gennep, verschijnt de Gennepse burger Johan Lesier en Hilleken van der Lynden, zijn echte huisvrouw. In een vaste erffkoip is het in de vorige akte genoemde getimmerte de Loicht aan jonker Arndt Spanrebock, een heer te Heijen, en zijn vrouw Galand, verkocht.

Een zegel

Oorkonde. 044

3 maart 1559 den derden dach Martii.

Bijlegging van een conflict (so onverstandt geweest was) tussen Arnt Spaenrebock en zijn vrouw Galand, als ook Jan Spaenrebock en Geertruijdt Spaenrebock wegens de ouderlijke goederen van Henrick Spanrebock en zijn vrouw Arnth van der Vorth. Enkele vrienden bemiddelden: Henrick van der Voort, Gaidtschalck van Wyhenhorst, Johan van der Vorth en Rutger van Randwyck.

Enkele zegels van de oorspronkelijke zes behouden.

Oorkonde. 045

18 maart 1565

Johan Droeckenn, scholtis in het land van Kriekenbeck, en de gezamenlijke schepenen, oorkonden dat Johan Marthens, burger te Goch, op de 18 november 1564 binnen Lheuth een financiële regeling heeft aangegaan waarbij Johan van Aldenboeckum, betrokken is vanwege de aflossing van Busserhuysen. Twee zegels.

Oorkonde. 046

26 september 1570 … duysent vyffhondert ende tseventich, den ses ende twintichsten dach des maents September.

Philips, koning van Castillië, etcetera en tevens hertog van Gelre maakt bekend, dat Herman van Diepenbrock thoe Bolre (=Buldern) door de Gelderse stadhouder is beleend met twee leengoederen, gelegen in het kerspel Grolle (=Groenlo), die Herman zijn aangestorven via zijn overleden broer Rutger. Daarop heeft Herman de leeneed afgelegd.

Oorkonde. 047

11 februari 1572 … Anno Domini 1572 die undecima mensis februarij

De official van het kapittel van Xanten vordert een onbenaamde pastoor op, om in naam van Arnold Sparenboick, comitis in Heiden (!!), graaf in Heijen, als collator (met begevingsrecht van de pastoorsvoordracht) van het St. Nicolaasaltaar in de Heijense parochiekerk, Mathias Rutten als vicaris van genoemde altaar aan te houden. Getekend: Everhard Hageman.

Oorkonde. 048

24 april 1572

Thoniss Backs en Mews Boschmans en verder de gemene schepenen tot Heyen maken bekend, dat Remmert Peellen op de Derick Peellen hoff gewoond heeft en dat landt under syn ploegh hadt. Ook worden verklaringen afgelegd over drie kemppen, die ick Arnt Spaenrebock, ein heer tot Heyen nu van Jan Lesyr und Hilleken syner huisfrouw gekocht hebb. Opgedrukt schependomszegel van Heijen.

Oorkonde. 049

28 october 1573 … den acht und twintichsten Octobris

Jan Michels en Jan Janssen en de gemene schepenen van Heijen bevestigen, dat voor de gezeten richter Derick van Hillensburgh in het gericht gekomen is Herman Visschers en Tryn zijn huisvrouw, als ook Walburg Visschers met een brief van 28 augustus 1571 van de burgemeester van Dordrecht. Het blijkt dat eynnen weycamp in unsen gericht van Heijen gelegen ewelick und erfflick door koop in handen is gekomen van Gaert Poilman en zijn huisvrouw Neess.

Oorkonde. 050

12 maart 1574 … den twelftten dach Martij.

Herman Peell en Jan Janssen en de gemene schepenen van Heijen verklaren dat voor hun schout en het gericht Luyth Ebb Thonissen nagelaten weduwe verschenen is. Dit geschiedt vanwege haar groote onwedersprecklicke schulden, die Ebb oer man aan haar en haar onmundige kynderen achtergelaten heeft. Om de crediteuren genoegen te doen verkoopt zij een stuk land, weylandts, dat zij en Ebb eerder gekocht hadden van Mews Boschmans en Thiesken syn huysfrouw en volledig betaald. Nieuwe koper wordt Gaerdt Poilman, zijn vrouw Neess und oeren erven. Wel rust er een leveringslast op dit weiland van jaarlijks twee pacht hoenre, die steeds op heyligh drie koningen dach (6 januari) voldaan moet worden. Derick van Hillensbergh scholtis zegelt naast het Heijense schependomszegel.

Oorkonde. 051
. den negenden dach Octobris.

9 october 1576

Jan Michiels em Toniss Backs en de gemene schepenen van Heijen maken bekend dat op verzoek van de edele ehrentfeste en frommen Art Spaenrebock, ein heer tot Heyden, de ongeveer zestig jaar oud zijnde Claes van Kuick verschenen is, als ook Tenneken die Stockz, die tho Heyen gebaren ende ertagen is en Neess Biermans, die ongeveer 63 jaar oud is. Zij leggen verklaringen af over de woning van Remmert Peellen en Jan Neeskens en hun land. Een opgedrukt gemeinnen Scependombs Segill van Heijen.

Oorkonde. 052

26 october 1576 …op frydagh des sess und twinttichsten Octobris.

Vijf schepenen van Heijen te weten Gerit Lauwertz, Thoniss Backs, Jan Rutten, Jan Janssen en Derick Daems verklaren dat voor hun en hun richter op verzoek van en ter instantie des edlen ehrentfesten Arth Spaenrebock twee medeschepenen Jan Michiels en Ebb Segers verschenen zijn, als ook unser gerichtschriver Johan Loeffs. Deze samenkomst vindt plaats op aandringen van de geestelijke Gerard van der Schildt, prior in die Gaesdonck, vanwege kemppen und lendderien tho Heyen gelegen, die van het klooster de Gaesdonck leenroerig zijn en ook in het rintboeck opgetekend staan.

Oorkonde. 053

26 october 1576 des sess und twinttichsten Octobris

Op verzoek van Art Spaenrebock, ein heer tho Heyen, en de gemene schepenen van Heijen geeft Melis van der Lindden een verklaring af over zijn ondervraging, een zogeheten interrogatoria over de koop, als vry erff goet van die Locht met bijbehorend bouw- en weideland en of hij deze grondstukken bij de koop ook opgemeten heeft binnen Heijen en in het gericht van Genp (=Gennep). Ook is er nog sprake van het leengoed Boxgoet in verband met vermeende aanspraak van de Gaesdonck.

Oorkonde. 054

5 november 1576 …. op manendach den vifften Novembris

Gerrit Lauwerts en Thoniss Backs en wy semptlicke scepen tho Heyen verklaren dat de achtbar frommer Johan Martens als ein Burger tho Goch en vroeger daar schepen geweest zijnde, op last van Arnt Spaenrebock vragen voorgelegd heeft gekregen over rechtsaangelegenheden in Goch, dat er schuldich weer die waerheit aen den dach tho brengen over of dat heell bloet vür het halff beerftt soll sijn. Verder gaan de vragen hoe het verloop van een dergelijke procesgang is in Roermond, Goch, Venlo en Geldern.

Het schependomszegel van Heijen is opgedrukt.

Oorkonde. 055

21 juni 1578 … den ein und twintigsten der maent Junij.

Hertog Wilhelm van Kleef, Gulick en Berge, grave tho der Marck undt Ravensbergh, her tho Ravenstein etcetera maakt bekend, dat Derick van Holthusen te Kriekenbeck in 1564 met de hoeve te Heyen en het goed, geheten Busserhusen, gelegen in onze herlicheit Gennep beleend is geworden en op dat alles ten gunste van Henrick van Eickell afstand heeft gedaan. Daarop heeft Van Eickell voor zich en zijn nakomelingen aan de Kleefse hertog de leeneed afgelegd.

Oorkonde. 056

14 januari 1581 .. den 14te Januarij Anno 81.

Gerard van Erprade verkoopt met instemming van zijn moeder Lyffart van Spannerbock en zijn zuster Helene van Erpraidt aan Henrick van Eickell, heer te Heijden (Heyen) en zijn echtgenote Elisabeth van Spannerbock, vrouwe te Heyen, zijn erfelijke bezittingen. Deze zijn gelegen in Heijen en in het ambt Gennep en bestaan uit akkerland, weiland, als opgemeten en met het daaraan verbonden gerechtelijke toebehoor.

Oorkonde. 057

19 januari 1581 ahn neunzehenten taege dess Monath Januarij.

Lenart van Spannerbock, weduwe van Rutger van Erprade te Sanct Thonis Bergen, Gerhard van Erpraede te Sanct Thonis Bergen, Jacob van Krekenbeck zu Ingenraedt in het ambt Bruggen, vorstendom Gulick en zijn vrouw Johanna van Erpraedt en voor Helene van Erprade maken bekend, dat zij hun bezittingen en rechten in Heijen aan Henrick van Eijckell en zijn vrouw Elisabeth van Spannerbock, heer en vrouwe te Heyen, verkocht hebben.

Oorkonde. 058

26 juni 1582 … dem sess undt zwanzigsten Junij.

Johan Michiels en Gerit Claessen, schepenen, en de gemene schepenen van Heijen laten weten, dat voor Otten Ruytter, hun schout, Alther Knippinck en Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe tho Heyden (Heyen) verschenen zijn. Zij verklaren dat aan Christoffel van Wylick en Johanna van Paijwandt (?), heer en vrouwe van Grontstein, Grubbenvorst en Lottum voor een eenmalig bedrag van 200 dalers, een jaarlijkse rentebrief van 12 dalers verkocht hebben.

Oorkonde. 058 a

19 december 1595 ..den negenthienden decembris.

De beide schepenen Gerit Claes en Herman van Kuyck en verder de gemene schepenen van Heijen verklaren dat voor hen Jaspar Loffe een volmachtbrief getoond heeft van 8 december 1595. Daaruit blijkt dat Christoffel van Wylick en zijn vrouw Anna van Wyckradt, heer en vrouw van Grontstein, Lottum und Grubbenvorst de bovengenoemde oorkonde van 26 juni 1582 overgereikt hebben.

Oorkonde. 059

10 februari 1590

Gerit Claes en Henrich Custens schepen en de gemene schepenen van Heijen maken bekend, dat voor de schout en de stadhouder in eigen persoon Wylhelm Puuls/Pauls (?), Andries gezegd Hamaker voor zich zelf, zijn vrouw en zwager Herman Loffe geheel afziet van het bezit van een huys und hoffstadt, dat Jan Michils the wesen plach. Er is o.a. ook sprake van land te Kranenburg en aen der Selick te Heijen gelegen.

Oorkonde. 060

21 november 1591

Jasper Loffe en Herman Frieber, schepenen evenals de gemene schepenen van Gennep bevestigen dat voor hun schout in eigen persoon Hylleken, de weduwe van Johan Lesier, Leynart van Hangh en zijn vrouw Wyllemken verschenen zijn. Zij verklaren volgens erffkoups recht afstand te doen van hun erf en grondbezit ten gunste van Alther Knippinck en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe te Heijen, en erfgenamen.

Oorkonde. 061

22 november 1591 … den twe undwyntichsten Novembris.

Johan Michiels en Jan Ebben, schepenen en de gemene schepenen van Heijen maken bekend dat in de schepenbank van Gennep Hylleken Lusier, Leynert Verhaegh, Wyllemken zijn huisvrouw verschenen zijn. Zij verklaren van het bezit van verschillende stukken land bij de Wittensteen, in het Hoogveld en Nederveldt gelegen, af te zien ten gunste van Alther Knippinck en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe te Heyen, en erfgenamen.

Oorkonde. 062

28 september 1594 … den achtundtnyetichsten September

Henrick Vermasen en Herman van Kuyck schepenen en de gemene schepenen van Heijen verklaren, dat Alther Knippinck, heer tho Heyen, en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, aan Adolf Huysen en Gundert Poylman als voogden van de nagelaten drie kinderen, brüder und süster, van Johan Huysen en Anna Poylman een jaarlijkse pachtrente van zes daler overgegaan is, komende uit een onderpand in de vorm van een weiland, den groten wytten steen in den herlicheyt und Gericht Heyen gelegen. De aangrenzende grondbezitters worden genoemd. Van de drie zegels is een behouden.

Oorkonde. 063

22 februari 1609

De gebroeders Georg en Conradt von Boenen te Oberfeldt verkopen aan de echtelieden Diethar Serriest (?) en Margaretha een jaarrente van 12 daalders, komend uit hun bezittingen te Benickhausen en Erdelbroeck hoffs. De zegels zijn verloren.

Oorkonde. 064

11 november 1611 …. Auf tagh Martini

Georg von Boenen te Oberfeldt verkoopt aan dem werdigen und vollgelahrten heere Johann Suthen, pastoor te Libburgh en zijn erfgenamen een jaarlijkse inkomsten in de vorm van zes Reichsthalere, voortkomend uit zijn bezitting in het ambt Luene, geheten der hoff zu Ubbinck genant te Kirchderne. Het aanhangende zegel is verloren.

Oorkonde. 065

1 november 1612 … ahm tafg Omnium Sanctorum.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh te Oberfeldt verkopen aan het echtpaar Diederichem Kumpschöff, richter te Lünen, en zijn vrouw Eva, hun erfgenamen of houder van deze brief een jaarlijkse rente van 12 goede sylberenn Reiches thäler, elk jaar op de feestdag van de H. Martinus vrijkomende en te voldoen uit hun eigen vrije goederen, geheten Ubbingk zu Kirchderne gelegen.

De beide zegels verloren.

Oorkonde. 066

11 november 1612 .. ahm taghe Martini Episcopi.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh te Oberfeldt verkopen aan Jürgen Landttman, zijn vrouw Annen en erfgenamen of houder van deze brief een jaarlijkse rente van 15 zilveren rijksdaalders uit hun eigen vrije erfgoederen en goed Ubbingk zu Kirchderne gelegen met daaraan verbonden rechten en diensten. De twee zegels zijn verloren.

N.B.: De achterzijde van het perkament bevat notities van o.a. November 1664.

Oorkonde. 067

12 november 1612 … up den zwelfsten novembris

Graaf Frederik van den Bergh, vrijheer van Boxmeer, Bylandt, herr zu Haps, Dixmuide, Sambeck en stadhouder van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, en zijn vrouwe, overreiken aan Alter Knippinck, heer zu Heijden, de leenbrief van de heerlijkheid Heijen, zoals die van de fry herlicheit van Boxmer leenroerig is en destijds in de stad Arnhem ook zijn overleden vader gegeven is.

Het zegel is beschadigd.

Oorkonde. 068

5 december 1614 … ahm abendtt Nicolai Episcopi.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt geboren Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verkopen middels deze brief aan Georg Kramer, jurist, en zijn echtgenote Margreten Gräus en hun erven een jaarlijks inkomen aan rente van 18 zilveren Rijksdaalders, die steeds op de feestdag van St. Nicolaas uitbetaald wordt uit hun ontvangsten aan pachtgelden uit goederenbezit Boinckhaüs und Erdelbröch genandtt. De handtekeningen van de verkopers zijn onder aan de oorkonde geplaatst, maar het zegel is verloren.

Oorkonde. 069

24 maart 1617

Dietrich Kumpershoff, richter te Lünen, meldt dat voor hem Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verschenen zijn. Zij verkopen aan Caspar Scherlemer (?) en zijn vrouw Anna Kunpershoff en erfgenamen een jaarlijkse rentebrief ter waarde van 18 enkele Rijksdaalders, komende uit het goed Boinckhausen met toebehoren, gelegen in het ambt Lünen en het kerspel Derne. Zegels verdwenen.

Oorkonde. 070

11 october 1617 … am eilften octobris.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt geboren Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verkopen een rentebrief ter waarde van jaarlijks zes zilveren Rijksdaalders aan de richter Dieterich Kumpschoff te Lünen. Deze som wordt telkens opgebracht uit de verpachte Schultenhof zu Ubbingh in het kerspel Derne in het ambt Lünen gelegen.

Oorkonde. 071

3 maart 1633 … am dritten tag Mohnats Martii.

Georg Wilhelm, markgraaf te Brandenburg, hertog van Kleef, Gulick en Bergh, heer van Ravenstein, beleent Alther Knipping en zijn erven met de hof te Heijen voor einen rechten Manlehn, telkens met 15 goudgulden te verheergewaden en met het goed Busserhausen, volgens Zutphense leenrechten.

Oorkonde. 072

24 februari 1644 … den 24e dach van den maendt Februarius

Philip, Coninck van Castillien, van Leon, van Arragon ….. aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië, van Lotharingen, van Brabant, van Limburg, van Luxemburg, Gelre en van Milaan, etcetera staat een verzoek toe van Gisbert Jan van Vittinghoff genaamd Schell. Deze is eenen geringen tijt tot Orsoy in vijandelijke militaire dienst geweest als kornet onder den Colonal Iselsteijn. Nu wil hij naar zijn Huijs ten Berge(n), gelegen op neutraal grondgebied onder de vorst van Brandenburg in het land van de Marck gelegen, terugkeren via een paspoort en krijgt daarvoor toestemming onder voorwaarde dat hij een neutrale positie voortaan blijft innemen.

Zegel behouden.

Oorkonde. 073

1 mei 1645 …den eersten dach maendts Maij

Albert, graaf van den Bergh geeft als vrijheer tot Boxmher via zijn drost Jan Baptiste Ricardt en stadhouder van het Leenhof der vryheerlickheid Boxmher, heerlickhede Haeps ende Sambeeck een leenbrief uit aan Gisbert Johan van Vittinghoff genannt Schell en vrouwe Agnes Margareta van Buenen. Zij is een nagelaten dochter van Jurien van Buenen, heer tot Heijden (Heijen). Dit echtpaar Gisbert Johan en Agnes Margareta wordt via deze Bomeerse leenbrief beleend met de heerlicheydt van Heyden, zoals dat gelegen in hoogen end leeghen, in diepen ende in drooghen met alle hare rechten ende gerechticheydt.. Een zegel behouden.

Oorkonde. 074

21 october 1657 … den ein und zwaintzigsten Octobris

Bevestiging aan de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, fraw des Hauses und herligkeits Heijen und zum Schelenberg (Schellenberg) van de Lehen Cammer der herligkeits Boxmehr met de belening met de heerlijkheid Heijen onder de schout Johan Duising.

Oorkonde. 075

15 maart 1658 Den 15ten Martij 1658

Voor Peter von Aldenhoven en Johan Sennen en de gemeine Scheffen der Stadt Gennep wordt een verklaring vastgelegd. Voor hun schout Werner van Rijswick en de heer Henrich Loer, Kleefs-Brandenburgse gevolmachtigde schlüter (ambtman) wordt afstand gedaan van een weide Camp, geheten Meckerens Weide ten gunste van doctor Johan Peill en zijn erfgenamen. De weide is zeven kleine morgen groot, belastingvrij en zonder andere lasten daarop drukkend. De verschillende eigenaren van de belendende percelen worden genoemd.

Oorkonde. 076

25 april 1663 …am fünft und zwantegsten tag Monats Aprilis

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs beleent, op verzoek van de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, tot leendrager Bernard Biesenbruch met de Hoff zu Heiden und gutt zu Busserhausen ten behoeve van Agnes Margareta von Boenen.

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 077

8 januari 1665 … am achten tag Monats Januarij.

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs bevestigt dat hij op 25 april 1663, op verzoek van de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, van de overleden Gisbert Jan van Vittinghoff genannt Schell, Bernard Biesenbruch tot leendrager met de Hoff zu Heiden und gutt zu Busserhausen heeft beleend gehad. Nu ook zij, Agnes Margareta, is overleden, wordt volgens het tijnskantoor te Münster en Paderborn Bertina Elisabeth von Vittinghoff genant Schell hiermee beleend.

Oorkonde. 078

8 maart 1668 …am schstentag monats Martij.

Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs, aartskanselier en keurvorst in Pruisen te Maagdenburg, Gulick, etc. beleent na de dood van Agnes Margareta van Boenen, vrouw van de gestorven Gisbert Johan Vittinghoff genannt Schell, op verzoek van Mechtildis van Randwick, den Johan van Trist tot leendrager als gevolmachigde van Johan von der Mühlen en zijn hierboven genoemde vrouwe Mechtildis van Randwick met de twee bezittingen in het ambt Gennep (Hof te Heyden en Busserhuizen).

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 079

3 mei 1689 … am dritten tag monats Maji.

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg, beleent de jurist Henrich Leven met de Hoff zu Heiden und dem Gutt Busserhausen uit naam van Bertina Elisabet von Vittinghoff genant Schell. De hof van Heijen geldt als een manleen en moet telkens met vijftien goudgulden worden verheergewaad.

Oorkonde. 080

27 april 1691 … aen sieben und zwantzigsten tag monats Aprilis.

Keurvorst Friedrich III beleent na de dood van jurist Henrick Leven de Gennepse schout of scholtis Johan van Bergsum met de leengoederen, de hoff zu Heiden und dem Gutt Busserhausen. De leenakte is uitgevaardigd te Kleef.

Oorkonde. 081

19 september 1691 … den 19e Septembris 1691

In naam van Oswald, graaf van den Bergh, markgraaf tot Bergen op Zoom, etc. beleent de drost en stadhouder van de Boxmeerse vrijheerlijke Leenkamer met name Diederick Ripperbandt, (na de dood van de voorgaande vazal Doctor Martin Haesbaert, sedert 1658) tegen een zekere betaling, de Gennepse secretaris Constantijn de Mentrop, als gevolmachtigde van de freulin tot Heijen (Bertina Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell) met het leengoed in de heerlijkheid Heijen (dat afkomstig was van Diderick Surmondt). Getuigen hierbij zijn twee leenmannen: Peter Sam en Rutger Ambrosius de Raedt.

Een zegel behouden.

Let wel: de oorkonde kent twee veschillende versies met dezelfde datum t.w. 19 september 1691.

Oorkonde. 082

12 juni 1696 … den zwelfften tagh mohnats Junij

Johan Albert Ebben en Johan von der Ahe, scheffen der Stadt Gennp, bevestigen dat voor hun schout Johan van Bergsum procurator Arnoldus Jansenius verschenen is. Arnoldus heeft een volmacht (d.d. 8 mei 1696) daartoe van der Burgermeister, Scheffen und Raht der Stadt Harem (Haarlem?) ins graffschaft Hollandt in opdracht van Henrick Roesterman en zijn erfgenamen. Hij doet afstand van een stuk weiland unter oder niederwerts Genneper Hauss gelegen in die Maesen, ohngefehr sechs kleine morgen gross. Het blijkt allodiaal en vrij erfgoed te zijn. Het weiland gaat via erfkoop in bezit over aan de weduwe Margaretha Beatrix von Eickel, echtgenote van wijlen Christianen Brandt en erfgenamen.

Gemeen Genneps schependomszegel behouden.

Oorkonde. 083

23 januari 1697 … den dreij und zwantzigsten Januarij.

Keurvorst Friderich III van Brandenburg beleent op verzoek Heinrich August von Diepenbruch, echtgenoot van Eugene Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell via een vertegenwoordiger de heer P. Hagenbusch met twee leengoedeen, te weten de hof te Heiden en het goed te Busserhuizen.

Een zegel behouden.

Oorkonde. 084

29 december 1697 … Gedaen tot Boxmeer den 29 Decembris 1697.

In naam van graaf Oswald van den Bergh maakt Diderick Ripperbandt, drost en stadhouder van den Boxmeersche vrijen Leenhove, bekend dat Geraerdt Huyster, landschrijver van de vrijheerlijckheijt van Boxmeer volgens volmacht van 28 december 1697 van Hendrik Werner Werner van Diepenbroick, vrijheer van Bulderen, Bergh en Heyden, Borghman des Huyses Dulmen, als echtgenoot en voogd van zijn gemalin Engel Elisabeth vanVittinghoff genandt Schelle van SchellenBergh, met zes stukken land binnen de heerlijkheid Heijen beleend is. Deze stukken komen van die weduwe en kinderen Johan Diderick ten Ham, voor desen Joncker Surmont offte Wijlax Leen genaempt.

Het bedrag aan heergewaden bedraagt twee olde schilden ad drij goltgulden.

N.B. Er zijn twee verschillende versies van deze oorkonde.

Oorkonde. 085

27 januari 1698 … Heijen den 27e (Januarij)

Johan van Bergsum, richter, Jacob Ross en Peter Ebben, schepenen van de heerlijkheid Heijden (Heijen) maken bekend dat Jacob Snouckart en vrouwe Margaretha Vermehren grondbezit (w.o. weideland) verkocht hebben in de heerlijkheid Heijen aan Henrich Werner von Diepenbrock, heer te Buldern, Heijen en Bergh en zijn vrouw Engel Elisabeth von Vittinghoff gnt. Schell.

Oorkonde. 086

27 juni 1698 … Heijen den 27. Juni

Richter Johan van Bergsum en twee schepenen van de heerlijkheid Heijen, met name Peter Ebben en Henricus Bossen leggen getuigenis af over verkoop van weidegrond.

Oorkonde. 087

10 september 1698 … Gennep dem zehenden September.

De schepenen van de stad Gennep, met name Johan Engelen en Everhardt Kreijwinckel maken bekend dat voor hun schout en stadhouder Michiel van Meurs de heren Carell Ludwig Peil en Gerhard Peil verschenen zijn, als keurvorstelijke Kriegs Commissarius voor zich zelf alsmede uit naam van zus Anna Maria Peil. Zij verklaren als gevolg van verkoop afstand te doen van weiland aan de Niers, dass Huijserfeldt genant, dat gelegen is tussen de stad Gennep und Genneperhauss ten gunste van de Brandenburgse Gennepse richter Johan van Bergsum, der rechten Licentiaten, en zijn vrouw Gertrud Angelia Haesbaert en hun erven.

Een aanhangend Gennepse schepenwaszegel en twee opgedrukte rode (lak?)zegels van Johan van Bergsum en G.A. Haesbaert genandt van Bergsom.

Oorkonde. 088

19 oktober 1699 den 19 8bris 1699

Cornelia Anna freyin, droste von Vischering, en abdis Dorothea Margret von Bühren en Margrete Agnes von Nagel en het kapittel van het Stift Metelen stemmen in met het ontheffen van bepaalde dienstlieden uit hun horigheid.

Oorkonde. 089

27 maart 1704 …Gennep den sieben und zwantzigsten tag Mohnats Maij des 1704

De schepenen der Stadt Gennep te weten Johan van der Ahe en Johan Engel delen mee dat voor hun schout Johan van Bergsum grondbezit in de vorm van weilanden verkocht is, dat in delen aan verschillende partijen behoorde o.a. een vierde part aan Gerhardis Klabbers, en kleinere stukken aan de weduwe van Johan Dietrich then Ham. De nieuwe eigenaar van het gehele complex wordt Freijherre Henrich Werner von Diepenbroich, Herre zu Buldern undt Heijden en zijn gemalin Frans Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell en erfgenamen.

Oorkonde. 090

1 februari 1706 … Gegeben Heijden ad 1 Februarij

Namens de heerlijkheid Heijen maken Johan van Bergsum, richter te Gennep, en Hans Michel Grühnewalde en Dries Baumans, schepenen van Heijen, bekend dat Boll en Jan Voss mede namens hun huisvrouwen en kinderen voor hen verschenen zijn in verband met bouwlandverkoop. Kopers zijn Henrich Werner van Diepenbrock en gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell, heer en vrouwe van Buldern, Heijen en Berg.

Oorkonde. 091

24 januari 1707

In naam van de Heijense schepenen Wilhelm Ebben en Derik Baumans, als ook Johan van Bergsum, richter, komen Conrath en Hendrina Schroers en de curator in de schepenbank van Heijen vanwege de verkoop van een weiland, geheten de hoege Oeij. Dit grondgebied wordt verkocht aan Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell, heer en vrouwe van Buldern, Heijen en Berg en hun erven. Een van de twee zegels behouden.

Oorkonde. 092

24 januari 1707 … den 24e Januarij

Op deze datum wordt bevestigd dat bouwland verkocht wordt en dat de transportakte hiervan voor de schepenen van de stad Gennep, Johan Albert Ebben en Reimer Reimiers passeert in aanwezigheid van Johan van Bergsum, richter aldaar. Verkoopster is Helena de Beest en koper Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell..

Oorkonde. 093

7 april 1707 … Heijden, den siebenden tag Monats Aprilis

Voor Hendrich Bossen en Andries Ebben, schepenen van de heerlijkheid Heijen, als mede richter Johan van Bergsum, verscheen Henrich Steinkamp, mede namens zijn huisvrouw Maria Lamers en de voogd van zijn kinderen. Hij verkoopt wei- en hooiland aan Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell.

Oorkonde. 094

17 december 1711 … Gennep, den siebenzehnten tag Mohnats Decembris

Voor de schepenen der Stadt Gennep Johan Albert Ebben en Johan Engel, alsook de richter Johan van Bergsum verscheen de jurist Friedrich Wilhelm Bachman, tevens schepen van Kleef, als gevolmachtigde van Georg Friderich von Hüls, heer te Rahtsberge (?) en zijn vrouwe Arnoldinnen von Hüls geboren von Brandt. Hij draagt in verkoop over de geërfde aan elkaar liggende stukken grond zwischen Genneperhauss und Middelaer im dorff Ottersum, Ambts Gennep an der Maase ‘in gen Donck’ en verder geheten Ebben weerth, Röstermans weerth, Hania (?) weerth, Tillenkämpken, Langen Camp, tezamen 34 kleine morgen groot. Dit geheel wordt schat- of belastingvrij gekocht door Freiherr Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell van Schellenberg.

Oorkonde. 095

30 juni 1713 … Boxmeer, den 30. Junij 1713

Ten tijde van Maijnaert Carell Anthonn von Hohenzollern-Sigmaringen maakt Diederik Ripperbandt, als drost en stadhouder van de Boxmeersen vrijen Leenhove bekend dat vrijheer Henderick Werner van Diepenbroeck en zijn geemalinne mevrouwe Engell Elisabeth van Vittinghoff genant Schell van Schellen Bergh met dem Heerlijckheijt, Huyse Heijen mit alle sijne appendentie beleend zijn, zoals in de Boxmeerse Leenkamerboeken staat geregistreerd. Tot getuigen zijn de leenmannen Johan Henderick Verheijen, rentmeester en Albert Ansems opgeroepen en aanwezig.

Aan de oorkonde hangt het grooten Leen Zegel van Boxmeer.

N.B.: Er zijn twee oorkondeversies van dezelfde datum.

Oorkonde. 096

18 december 1713 … Cleve am 18e Decembris

Koning Friderich Wilhelm van Pruisen beleent de Kleef-Markische procurator Johan Zum Berge, als gevolmachtigde van Henrich Wennemar von Diepenbroick met dem hoff zu Heijden und dem Guth Busser Hausen met een hergewadebedrag van 15 goudgulden.

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 097

7 october 1716 … Heijden ahn siebenten tag Mohnats Octobris

Richter Heinrich Netler, Henrich Bossen en Derix Baumans, schepen van de heerlijkheid Heijen, verklaren dat voor hen Vrijheer Arnold Henrich von Neuenkirchen genant Nijvenheim en zijn zusters Helena Ewolda en Dorothea van hun have en goed in Heijen en in ihre Hegge gelegen, afstand gedaan hebben en verkocht. Tot eeuwig bezit gaan de goederen en weilanden over aan de echtelieden Hans Michel Grünewald en Petronella, geboren van Elsen, en hun erven. Deze goederen zijn van ouds allodiaal goed en derhalve geen leengoedbezit.

De oorkonde werd voorzien van drie bijenwaszegels.

Oorkonde. 098

17 februari 1717 … Heijden, am 17e Februarij.

Voor richter Heinrich Netler, Henrich Bossen en Dietherich Baumans, schepen van de heerlijkheid Heijen, verschijnt de weduwe van de schepen Hans Michael Groenewalt, Petronelle van Elsen en zij verklaart twee weilanden in de heerlijkheid van Heijen destijds gekocht te hebben van de vrijheer en vrijvrouwe Von Nivenheim zum Hamm. Nu verkoopt zij voor de som van 1150 zilveren Reichstaler aan vrijheer of baron Henrich Werner von Diepenbroeck en zijn vrouwe Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell van Schellenberg en erfgenamen.

Van de drie zegel is er een verloren.

Oorkonde. 099

13 maart 1719 … So geschehe Heije den dreijzehnten tagh Mohnats Martij.

Richter Heinrich Netler en twee schepenen van de heerlijkheid Heijen, te weten Henrich Bossen en Derck Baumans verklaren dat Rembertus Passman en zijn vrouwe Christian Tegeleers een verkoop gedaan hebben van een huis met koolhof, kempen, baulandt binnen de heerlijkheid Heijen. Kopers zijn vrijheer Henrich Werner von Diepenbroeck en zijn vrouwe Engelina Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell en hun erfgenamen. Op de hoeve drukt een jaarlijkse last van de levering van een hoen.

Oorkonde. 0100

24 october 1724 …Boxmeer den 24 october

Wilhelm de Raet fungeert als drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove in de tijd van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen. Voor deze drost verschijnt Johan Adolph van Hoekelom in zijn hoedanigheid als richter van de heerlijkheid Heijen met een volmacht van Wilhelm Frans Conrad van Diepenbroeck van 17 october 1724 in de Leenkamer. Wilhelm Frans Conrad verzoekt, na het overlijden van de vrijvrouwe Van Diepenbroeck, hem met zes stukken land te belenen, die Surmont- of Wijlacx leen genoemd worden en zo gebeurt.

Een zegel aangehangen.

Oorkonde. 0101

24 october 1724 …Boxmeer den 24 october 1724

Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove in de tijd van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen en vrijheer van Boxmeer. Voor deze drost verschijnt Johan Adolph van Hoekelom als righter der Heerlijckheijt Heijen met een volmacht van Wilhelm Frans Conradt van Diepenbroeck van 17 october 1724, waarin verwezen wordt naar een oorkonde van 29 december 1697 en waarmee Engela Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck, vrouwe tot Bulderen, Bergh, Heijen beleend werd met de Heerlijckheijt, Huijsens Heijen. Het heergewade voor dit Heijense leengoed bedraagt een marck golt ofte drij golt gulden. Thans wordt de zoon van Engela Elisabeth geheten Wilhelm Frans Conraedt van Diepenbroeck hiermee beleend.

Oorkonde. 0102

27 october 1724 Cleve am 27. Octobris.

Koning Frederich Wilhelm van Pruisen vaardigt na de dood van Engela Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck, geboren van Vittinghoff genannt Schell, een nieuwe leenbrief uit voor de hoff zu Heijden und dem Guth zu Busserhausen. Als gevolmachtigde van de nieuwe leenman van Wilhelm Frantz Conradt von Diepenbruchs treedt Johan Adolph von Hoecklom op.

Oorkonde. 0103

30 augustus 1725

Voor Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove onder Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, verschijnt de jurist Bodinckhuisen met een speciale volmacht als vertegenwoordiger van baron Hermans Giesbert, vrijheer van Diepenbroeck, wettige zoon van Engelas Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck i.v.m. de belening met de heerlijkheid Heijen.

Een zegel aangehangen.

Oorkonde. 0104

30 augustus 1725 .. Boxmeer, den 30 Aug. 1725

Deze leenbrief handelt over de zes stukken land in de heerlijkheid van Heijen liggend, beter bekend als Surmonts- of Wylackse leen. Wilhelm de Raet beleent namens het Boxmeerse Leenhof Herman Giesbert van Diepenbroeck te Keulen ten overstaan van zijn leenmannen met voornoemde stukken land, komende van de weduwe en kinderen van Johan Diederick ten Ham.

Een zegel.

Oorkonde. 0105

23 november 1729

Voor Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer, onder Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, verschijnt Johan van Bergsum als richter tot Heijen met een speciale volmacht van Johan Herman van Diepenbroeck, Heer te Bulderen, Heijen en Bergh inzake het leengoed van zes stukken land binnen Heijen gelegen. Thans wordt Johan Herman met deze leengoederen beleend via de gewoonelijcken eedt van getrouwigheijt en betaling van het heergewade ten bedrage van twee alde schildt ad drij golt guldens per schild. Als leenmannen treden op: Gerardus Bodinckhuysen, jurist, en Arnoldus Schot, ook rechtsgeleerde.

Oorkonde. 0106

23 november 1729 … Boxmeer, den 23 Novembris 1729

Deze leenbrief houdt de belening in van de heerlijkheid Heijen, zoals vrijgegeven door Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer. Het leengoed komt in handen van Johan Herman, vrijheer van Diepenbroeck, heer van Buldern, Heijen en Borgh.

Een zegel.

Oorkonde. 0107

1 mei 1731 … Cleve am 1e Maij

Koning Frederik Wilhelm van Pruisen beleent Johan Herman, vrijheer van Diepenbroeck, heer van Buldern, Heijen en Borgh met de hof te Heijden en het goed Busserhuysen.

Een zegel.

Oorkonde. 0108

25 september 1737 … Boxmeer, den 25 Septembris

Onder Gerardus Leurs, richter van de heerlijkheid Heijen en tevens borgemeester der Stadt Gennep, wordt hij als gevolmachtigde van vrijheer Johan Herman van Diepenbroeck, heer tot Buldern, Heijen en Borg, na het sterven van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, met de heerlijkheid Heijen inclusief het huis Heijen (=kasteel) beleend.

Oorkonde. 0109

25 september 1737 Boxmeer dem 25e Septembris

Vrouwe Maria Catharine gravinne douarière Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, markgravin tot Bergen op Zoom, gravinne tot Walhain, Boxmeer en Champlite, vrijvrouwe tot Bylant, Wisch en Pervez, vrouwe tot Dixmuiden, Haeps, Sambeeck, Barsel, Brainelaleut, Pannerden, Millingen, Gendringen en Etten, erfbanner vrouwe des Furstendoms Gelre en Graafschap Zutphen, regente en administratrice vant Hooggraaffelyck Huis Bergh maakt via Wilhelm de Raet, drost en stadhouder der Boxmeersche vrijleenhove, bekend dat Gerardus Leurs richter van de heerlijkheid Heijen en tevens borgemeester der Stadt Gennep gemachtigd is door vrijheer Johan Herman van Diepenbroeck. Laatstgenoemde wordt beleend met ses stucken lants, Surmonts ofte Wylax leen genoemt.

Een zegel.

Oorkonde. 0110

27 februari 1741 … Cleve am 27e Februarij.

Koning Friderich van Pruisen beleent via de gevolmachtigde Gerhard Leurs, Johan Herman von Diepenbrock met de leengoederen te weten de hof te Heyden en het goed Busserhuisen, tegen de gebruikelijke som van 15 goudguldens als heergewade.

Oorkonde. 0111

8 april 1748 … tot Boxmeer den 8. April.

De drost, stadhouder en leengriffier van de Boxmeerse Leenkamer in de persoon van L.F. de Raet bevestigt namens Johan Baptist, graaf Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, de heer Frederik Antoon Baron von Diepenbrock, overste van de ruiterij, met de heerlijkheyd en huyses Heijen als rechtsopvolger van de overleden Johan Herman Baron von Diepenbrock

Oorkonde. 0112

16 mei 1748 … Cleve am 16 Maij 1718.

Koning Friderich van Pruisen beleent via gevolmachtigde Gerhard Leurs, vrijheer Johan Herman von Diepenbrock met de leengoederen te weten de hof te Heijden en het goed Busserhuisen, tegen de gebruikelijke som van 15 goudguldens als heergewade.

=========================================================================

Nachtrag Urkunden Heyen

Oorkonde. 01

29 januari 1460 De schepenen van Gennep maken bekend dat voor de richter en voor de gezworenen op die Milsbeeck een stuk land overgedragen is, dat gelegen is ingher Merssen. Het land gaat van Johanna en Truyd Mangelmans over op Gadert Roffert en de rechte erfgenamen. De oorkonde, met aanhangend licht beschadigd schependomszegel van Gennep, dateert van het jair onss Heren dusent vierhondert tsestich des neesten dijnxstdagh nae Sunte Pouwels dach conversio.

Nachtrag Oorkonde. 02

12 maart 1467 De schepenen van Gennep getuigen dat voor hen Johan Pelen en zijn echte huysfrou bekend hebben dat zij jaarlijks een erfpacht schuldig zijn aan Neud Ongeloven en Heijl, zijn echtgenote, en hun beider erven. De pacht bestaat uit twee malder gerst en een half malder haver, in de Gennepse gewichtsmaat, elk jaar voortkomend of op te brengen uit een stuk land dat gelegen is aen ghen Wijttensteyn. De oorkonde dateert van het jaar onss Heren dusent vierhondert soeven ind tsestich up Sunt Gregorius dach. Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 03

26 augustus 1488 De schepenen van Gennep bevestigen dat Herman van den Staij en zijn huisvrouw Marina uit vrije wil een weiland, een pesken gelegen in gen donck, overgedragen hebben aan Zybert van den Hatert en zijn vrouw Mette en hun twee erfgenamen. De oorkonde dateert van het jaar onss Heren dusent vierhondert achtintachtentich des dinxdaige post Bartholomeus dess hilligen Apostels. Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 04

23 februari 1529 Voor de schepenen van Gennep getuigen Wilhem Rutten en Henneken syn echte huysfrouwe dat zij legaal een jaarlijkse rente van vijf Philippus gulden overgedragen hebben aan Johan Verholt, priester en vicaris van het Sint Antonius altaar in de kerk van Goch en zijn navolgers. De uitkering dient elk jaar plaats te hebben op de feestdag van Sint Peters ad Cathedram. Het bedrag moet komen uit enen weykamp, gelegen aen gen wyttenstein onder Heijen, dat met een einde grenst aan een weiland van de kloosterheren van gen Gaessdonck..

Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen. De oorkonde is opgesteld in het jaar uns Heeren duysent vyffhondert und nenenundtwyntich des anderen dachs na sent Peters dach ad cathedram.

Nachtrag Oorkonde. 04a

24 februari 1537 De gezamenlijke schepenen van Gennep getuigen dat de in de voorgaande oorkonde vermelde priester de rentebrief van 23 februari 1529 verkocht heeft aan het armenhuis van Goch in die Moelenstrait. Dit is geschied myt vurweten und consent Burgemeister, scepenen und Raidt der stat Goch

Nachtrag Oorkonde. 05

25 mei 1586 + (31 maart 1552)

(19 pagina’s tellend document)

Bürgemeisters, scepen unde Rait der Stadt Gennep verklaren een afschrift van een brief voor waarheidsgetrouw, deze is afkomstig van keizer Karel V, geschreven te Brussel en gedateerd 31 maart 1552,.

Nachtrag Oorkonde. 06

18 juni 1560

Arndt Spanrebock van Heijen verzoent zich weer met Willem, hertog van Kleef, waarmee Arnt in een heftig conflict is geraakt. Arnt wordt gestraft voor het doden en gevangen gezet. Arndt zal voortaan niet meer onwillig zijn en andere onrichtigheiden to Heijden voorkomen en betere eyndracht houden. Tot meerdere zekerheid dat deze verzoening aangehouden wordt getuigen: Wilhelm van Schewick, Rutger van Erpraidt en Peter van Beringen.

Nachtrag Oorkonde. 07

22 maart 1565

Schepenen van Gennep als Melis van der Lynden en Sybert Lesier delen mede dat Arndt Spanrebock, eyn heer tho Heyen, en zijn huisvrouw juffer Galandt van Meverden, aan Reyner Frans Reyners en Bertgen zijn vrouw en hun erven een rentebrief ter waarde van 12 gulden Brabants overgegeven hebben. Het betreft een jaarlijkse rente, tegen midden Maart steeds te voldoen, komende uit een onderpand als bouhoff of boerderij geheten an gen Loicht met bijbehorende wei- en zaailand

Nachtrag Oorkonde. 08

3 maart 1573

Reinner Reinnersoen en Jan Lesier, scepen tho Genp (Gennep) en de gemeenschappelijke schepenen van Gennep verklaren dat Elbert van Holthuyssen en zijn vrouw Mechteldt voor de schepenbank gekomen zijn en een sekere summa van penningen ontvangen hebben. Zij verkopen daarmee aan Herman van Till en zijn vrouw Margriet en hun erven eennen kamp landts in gen Donck by Middeler (Middelaar) in het Gennepse rechtsgebied gelegen, dat ein edell eygen fry erff is.

Het Gennepse schependomszegel wordt aan het perkament gehecht.

Nachtrag Oorkonde. 09

11 september 1576

Herman van Till en Jan Lesyr, scepen tho Genp (Gennep) en de gemeenschappelijke schepenen van Gennep verklaren dat voor hen en voor schout Derick van Hillensberch in het gericht gekomen is Dederick van Dam. Deze verkoopt als erfkoop voor een zekere som geld einnen Camp wey ader hoy landts in unsen Gericht in der Marssen offte in die Dunck voor een vrij eigen erf aan Sophia, geboren van Nesselraidt, de weduwe van zeliger Frans vam Loe, frouwe tho Wissen und Ernstein.

Schepenzegel behouden.

Nachtrag Oorkonde. 10

20 april 1577

De gemene schepenen van Gennep, in het bijzonder de schepenen Gaerdt Poilman en Jan Lesyr, verklaren dat herr Arnt Martens der Rechten licentiat und Evert van Schuppelnbergh via een gevolmachtigde van voornoemde weduwe Sophia van Nesselraidt grondbezit als hoeven, landt, weyden, erffpachten en erfelijke ontvangende jaarrenten verkopen, die den huyss Wissen gehoorich zijn en gelegen in het ambt Gennep. Koper is Herman van Till en zijn huisvrouw Margriet Lansinck en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 11

10 februari 1588

Voor schepenen van Heijen, waaronder Johan Mychiels en Johan Ebben en schout Otten Ruytter verschijnt Elder Knippingh en juffer Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe tho Heijen, die krachtens deze aan Mychel Ogelingh en zijn vrouw Guurtghen van Hellensbergh, een rentebrief van zes daler verkopen.

Nachtrag Oorkonde. 12

6 augustus 1594

Voor de Heijense schepenen en de schepenen Johan Michiels en Thies van Hasell (?) verschijnen Alther Knippingh, heer to Heyen, en zijn vrouwe Elisabeth Spannerbock.

Zij verkopen een rentebrief van 18 daler jaarlijks geldende tot het moment dat een zekere geldlening wordt afgelost. De rente wordt opgebracht uit een onderpand, namelijk een weiland aan de Maas, genoempt den Wyttenstheen in der herlicheyt und gericht Heyen gelegen.

Kopers zijn Adolf Heijsen en Guedert Poylman en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 13

6 september 1594

Henrich Vermasen en Thies Ebben en de gemene schepenen van Heijen verklaren dat Alther Knippingh, heer to Heyen, en zijn vrouwe Elisabeth Spannerbock een jaarrentebrief van 9 daalders verkopen ten behoeve van Johan Heijsen en Anna Poylman en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 14

22 februari 1610

Alther Knippinck en zijn vrouw Elisabet Spannerbucks, heer en vrouwe zu Heijen laten weten, dat Diderichen Anthoni en zijn vrouw Judit Masschopps of hun beider erven een schuldbedrag van 500 daler, Kleefs geld hebben, waarvoor zij grondbezit verpanden.

Nachtrag Oorkonde. 15

1 april 1615

De officiaal van het geestelijk gerechtshof te Münster doet een uitspraak over het huis Haselberg in het kerspel Ascheberg.

Nachtrag Oorkonde. 16

2 april 1615

De schepenen van de gerichtsbank van Heijen verklaren voor hun en hun schout in deze open bezegelde brief, dat Alter Knijppinck en Elisabeth Spanrebock, heer en vrouwe te Heijen, verschenen zijn. Er wordt een bedrag van 400 gulden geleend, waartegen Johan van Hasselt genaamd Ebben en zijn vrouw Peterken Clabbers een jaarlijkse tegenprestatie moeten leveren van o.a. een schepel gersten, een hoen, een half malder rogge volgens Gennepscher (inhouds) maten.

De drie zegels zijn afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 17

21 october 1617

Herman van de Staij en Franck Driessen, schepen, en de gemene schepenen van Heijen met hun schout verklaren dat voor hun Alter Knijppinck, heer zu Heijden und landrost zu Sevenar en zijn vrouwe Elisabeth Spanrebock verschenen zijn. Zij schenken aan dat Armen Gasthuijs toe Genp een jaarlijks inkomen aan rente van negen dalers, iedere daalder dartich stüver waard en telkens te voldoen op de kerkelijke feestdag van St. Maarten in de winter (11 november). De eerste renteuitkering zal plaats hebben in het jaar 1618. Deze last drukt op einen kamp weijlantz gelegen in die Witte Stein in die herlicheitt Heyden aan de Maasstroom gelegen.

In vroegere jaren, in vorigen tiden vor afbrandungh der Stadt Genno (in 1597 !), is een soortgelijke schenkingsbrief gewesen, die in den Gennepschen brandt verkommen sein, dus verloren of verbrand zijn.

Oorspronkelijk waren aan dit perkament uit 1617 twee zegels bevesigd.

N.B.: De achterzijde van dit perkament bevat een notities inzake aflossing van deze renteschuld uit het jaar 1670.

Nachtrag Oorkonde. 18

21 februari 1618

Georg von Boenen en zijn gemalin Galandt Knippinck te Oberfeldt worden genoemd in een soort obligatiebrief, waarin zij borg staan voor Caspar Bellman en zijn vrouw te Lünen i.v.m. een bedrag van 100 zilveren alte Rijksdaalder tegen een rente van 6%. Tot zekerheid verpanden zij zekere bezittingen.

Nachtrag Oorkonde. 19

13 juni 1664

Voor schout Johan Deusing en de Heijense schepenen waaronder Dieterich Ebben, Johan van Lottumb wordt bekend gemaakt dat Alert Peters en zijn vrouw Gertgen Gerritz afstand gedaan hebben van weiland, geheten ten kleine Papelier. Dat is gelegen naast des Frauwen van Heijen Papeliern, mitt die andere seith dess Maass oeffern, en is geheel vrij erfgebied. De afstand en de eigendomsoverdracht geschieden ten gunste van Johannes Haesbaert, keurvorstelijk Brandenburgs-Kleefs Justiz secretarij en zijn vrouw Sophia Schmit en hun erven.

Nachtrag Oorkonde. 20

18 juni 1674

Voor Herman Hermans en Hendrick van der Ahe, schepenen en voorts de gemene schepenen der Stadt Gennep en hun scholtis Werner van Rijswick verschijnen Herman Ebben en Hester Lijesbeth Ebben, die een grondstuk ofte weidekamp, gelegen im ambt Gennep geheten in gen Roij voort, als vrij erfgoed bij de leijgraff aan de Maas gelegen, van de hand doen. Ook wordt een grondstuk vernoemd in gen Aaldunck gelegen. Alles gaat door koop in erfelijk bezit over aan de Brandenburgse rentmeester Christianen Brandt ende Me fraw Margaritha Beatrix Erckel.

Nachtrag Oorkonde. 21

13 maart 1677

Theodorus Goumans jurist, de schepen Herman Hermans en de gemene schepenen van de stad Gennep maken bekend dat voor hun schout of scholtis Werner van Rijswick de vrouwe Wendelina van Erckel, weduwe van lieutenant Hannia van Erckel en Odilia, verschenen is. Zij verkoopt en draagt een weijkamp, gelegen in gen Donck, der lange Camp geheissen, (bij Middelaar) over aan zuster Margarethen Beatrix von Erckel, vrouw van de Brandenburgse raad en landrentmeester Christian Brandt.

Nachtrag Oorkonde. 22

16 maart 1677

Voor Johan Deusing en Henderich von der Ahe, schepen, en de samptliche scheffen der Stadt Gennep als ook voor scholtis Werner van Rijsswick, verschijnt landrentmeesrer Christiaan Brandt in eigen persoon. Hij draagt o.a. twee kleine morgen groot weiland unter Uffelt (Oeffelt) gelegen, grond ingen Dunck, zijn aandeel in den langen Camp in gen Dunck en ook geldbedragen van 200 Reichsthaler en 100 Reichsthaler over aan zijn jetzigen lieben hausfrawen Margarethe Beatrix von Erckel en kinderen.

Met het schependomszegel van Gennep.

Nachtrag Oorkonde. 23

29 april 1682

Huwelijksverdrag, opgemaakt door howelicks vrienden van beide zijden (bruid en druidegom) aangezocht, voor een echt ende wettig tractaet van houwelick offte houwelicks vurwaerden tussen Hendrick Wilhelm, vrijheer van Westerholt, erfbannerheer van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, en Joanna Sophia van Vittinghoff genannt Schell.

Hendrik Willem is de zoon van Bourchard Wilhelm en Anna van Renesse de Elderen en Joanna Sophia is de dochter van wijlen Gisbert Johan van Viitinghoff, genannt Schell en Agnes Maria van Boenen, heer en vrouwe van Schellenberg en Heijen.

Op de oorkonde bevinden zich 10 opgedrukte rode zegels.

Nachtrag Oorkonde. 24

10 mei 1684

Everhard Adrian Haesacker der Rechten Doctor, stadhouder namens de gravin Van den Bergh van het Boxmeerse Leenhof, maakt op verzoek van joffer Judit van Egeren na het overlijden van Diedrik Suijrmondt, bekend dat een leengoed onder Heijen, bestaande uit 8 parceeltjens, van ouds Wijlacks leen genoemd, in de Leenkamer geregistreerd wordt op naam van de leenman Johan Dieterich Then Ham.

Zegel van de Leenkamer.

Nachtrag Oorkonde. 25

19 september 1691

Namens Oswald graaf Van den Bergh te Boxmeer maakt Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer bekend, dat Bertine Elisabeth van Vittnghoff genannt Schell, vrijvrouwe tot Heijen met een leengoet in de heerlijckheijdt Heijden gelegen en van jonker Diderik Surmondt afkomstig en gekocht, nu beleend is geworden na betaling van de leenvergoeding of het heergewaad ter waarde van twee alde schilden. Het leengoed bestaat uit zes parceelen land.

Als leenmannen treden naar voren Peter Sam en Rutger Ambrosius de Raedt.

Nachtrag Oorkonde. 26

29 december 1697

In naam van Oswald graaf Van den Bergh te Boxmeer maakt Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer bekend, dat voor hem Gerardt Huijster, landschrijver van der vrijheerlijckheijt van Boxmeer gekomen is met een volmacht van Hendrik Werner van Diepenbroick, vrijheer van Bulderen, Bergh en Heyden en Engel Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell. Hij verzoekt vanwege het overlijden van Bertine Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell dat voornoemde Gerardt beleend wordt met de 6 stukken land van het jonker Surmont of Wijlax leen.

Nachtrag Oorkonde. 27

30 juni 1713

Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer maakt namens Maijnard Carell Anthoin van Hohenzollern-Sigmaringen bekend, dat Gerardt Huijster opnieuw verzocht heeft om te worden beleend mit ten Hams, Suirmonts ofte Wijlax leen als gevolg van een volmacht, die hij heeft van Hendrik Werner van Diepenbroick en Engel Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell.

Nachtrag Oorkonde. 28

30 september 1776

Friderick, koning van Pruisen, beleent Caspar Adolph von Romberg met de hof zu Heijden en het goed Buscherhausen, zoals Henrich Carl Dieterik van Diepenbruch die leengoederen in october 1764 verkreeg. Caspar Adolph is de voogd over de onmondige Conrad Adolph von Romberg.

Nachtrag Oorkonde. 29

23 mei 1782

Op heden verschijnt voor L.F. de Raet, drost, schout en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer, Coenraid van Wijlack als rentmeester en gevolmachtigde van Caspar Adolf vrijheer van Romberg. Hij verzoekt, als gevolg van het overlijden van de graaf Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, om opnieuw beleend te worden, zoals in 1776 is geschied, met de Heerlijkheid en Huis Heijen met alle bijbehorende rechten en geregtigheden en zoals voorgaande leendragers die verkregen hebben.

Caspar Adolf verzoek geldt als voogd over de minderjarigen Conraad Adolf, vrijheer van Romberg.

Nachtrag Oorkonde. 30

3 mei 1787

Friderich Wilhelm, koning van Pruisen, accordeert een leenakte inzake de Hof zu Heijden en het goed Busserhuisen ten name van Conrad Adolph, zoon van Caspar Adolph von Romberg, heer te Bladenhorst en Brüninghausen.

Venray, 22 maart 2010

Beknopte inhoud oorkonden menu

Concept Inventaris [versie: 22 maart 2010]

door © Rien van den Brand, Aubadestraat 6, 5802 EX Venray (2010)

Beknopte inhoud van de oorkonden in

het Heerlijkheidsarchief Heyen

De originele oorkonden bevinden zich als Duits Staatseigendom in het Staatsarchief te Münster/Westfalen, en wel in het

Archiefbestand: Von Rombergsche Archive – Herrlichkeit Heyen.

EN sedert 17 maart 2010 ook geheel in digitale vorm én op A-3-formaat, in kleur, geprint in het Gemeentearchief te Gennep.

Verwijzing:

Rombergsches Archiv Haus Heyen – [8400 Haus Heyen]

Oorkonde. 01

25 juli 1338 Voor de gemeenschappelijke laten van Heyen en de laten Arnt Cort Jans en Henrick van Hummersum sticht vrouwe Heyll van der Houffgeweir tot ziels zaligheid van haar zelf en oere alders een altaar, de vicarie synter Clays in het kerspel Heijen. Henryck Spanrebock wordt een heer tot Heyen genoemd en Heyll is een natuurlijke dochter van Henryck. Als bedienaar van het altaar wordt heer Jan van Gennep pryester aangesteld. Dit is geschied in den jair ons Heren duysent driehundert acht und dartich up sent Jacobs dach des hylygen apostels. Aan de oorkonde hangen twee zegels.

Opmerking: Elders in het privé archief van de familie Von Rombergs nog een soortgelijke originele oorkonde gevonden met één zegel.

Oorkonde. 02

13 december 1420 Johan van Loen, heer tot Heinsberg, tot Gennep en tot Lewenberg, beleent Jan Spaenrebuyc van Ghenp met het goed, geheten Tsieghens hoeve met alle rechten en toebehoor, dat hij weer van Hinric van Hoemen gekocht heeft en gelegen is in den lande van Ghenp en dat Hinric van Hoemen in leen hield van Johan van Loen. Bij de overdracht van dit leengoed verzocht Jan om Lisbetten van den Byessen, zijn echte wyve, hiermee te mogen tuchtigen, zodat zij hieruit later als eventuele weduwe in haar levensonderhoud kan voorzien, zolang zij leeft.Als leenmannen getuigen Hinric Scaerdenberch van Heyden en Hinric Spaenrebuyc heer tot Heyden. …. .dusent vyerhondert ende twintich op lucyen dach der heylighen Jonfrouwen. Behouden zijn twee zegels.

Oorkonde. 03

13 december 1420 Voor de schepenen van Gennep is Jan Spaenrebuyck van Ghnep verschenen en hij getuigt dat hij met vrije wil aan zijn vrouw Lysbetten van den Byessen, na zijn dood, al zijn goed gegeven heeft, dat in der heerlichkeit van Ghenp ligt. De schepenen zegelen de oorkonden in dusent vyerhondery ende twintich op sunte Lucyen dach der heyligher jonfrouwen.

Oorkonde. 04

25 maart 1421 Reynolt van Zellaer en Hinric Spaenrebuyck, leenmannen van de heer van Heynsberghe en Otte Drubbele em Ghijb Noeykens zoon, als schepenen van Gennep, maken bekend, dat Deric van Kessel, een gezworen landmeter, achtien merghen muers (moer als turfgebied) gemeten heeft. Vrouwe Meyssen van der Heyden mag hiervan negen morgen en vrouwe Mechtelt van Meghen negen morgen gebruiken, gelegen naast des heren muer. …. Dusent vyerhondert ende enentwintich des dynsdaghes na des heylighen Paesdaghes. Enkele zegels behouden.

Oorkonde. 05

11 augustus 1426 Voor de Heijense laten Neude Leyten, Beldken (en?) Peter Pulse, wordt  in een openen brief verklaard, dat Evert van den Ham voor een erfpacht twee stukken land aan Heyn Boeyken en zijn erven overgedragen heeft tegen een jaarlijkse betaling op Sint Andriesdag van een malder gerst. De laten hebben Yesbrant, heer tot Heyden, verzocht namens hen de oorkonde te zegelen op … dusent vierhondert ende sesendetwintich des anderen dages nae sente Laurens dach.

Oorkonde. 06

25 januari 1431 up sunte Pouwels dach conversio

Neude Leijten, Jan Rijckouts zoon, Deric van Hommersum, laten te Heyden (Heyen), getuigen dat voor hen getuigd heeft, dat Hinric Buck van Heyden erfelijk in een erfpacht zijn hoff tot Heyden heeft gegeven aan Arnt Keddem Jan Beltken en Jan van Radesanten tegen 44 malder koren (half gerst en half haver) en een schepel. Gezegelde brief.

Oorkonde. 07

4 october 1437

Jan van Loyn, oudste zoon te Heinsberg en Lewenberg, zegt Johan Spaenrebuck schadeloosstelling toe.

Oorkonde. 08

25 februari 1453

Segher Wadden, Johan van Ray en Arnt Gysen, laten te Heijen, bekennen dat voor hun gezeten richter Henrick Spaenrebuyck, heer tot Heijen, Katheryn Godden de zusters te Kranenburg een erfpacht weiland gegeven heeft. Bezegelde brief

Oorkonde. 09

8 december 1460 Dusent vyerhondert ende tsestijch op Conceptionis Marie virginis.

Henrick Spaenrebuijck, heer tot Heyden, Seger Wadde, Derick Soenwass, Ghysken Maes, Soenwass zoon en de laten van Heijen bekennen dat Jan Spaenrebuijck, Derick Soenwass en zijn jonkvrouwe Gertruyt, Wyllem Becker en Alyt zijn huisvrouw erfelijk aan Henrick van Hommersum en zijn erven een halve weerd land verkocht hebben.

Oorkonde. 010

7 september 1461 ….. op onss liever vrouen avent Nativitatis

Henrick van Hummersum en Johan Dericks soen, laten te Heyen, verklaren dat voor hen en hun richter twee echtparen gekomen zijn en wel Henrick Kreeft en Alit zijn echtgenote, Peter Boeninghs en huisvrouw, die afstand doen van een pas / weiland tussen Afferden en Heijen ten behoeve van Gerit Schumekers en zijn rechte erven. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 011

13 mei 1465 …..up sunte Servaesdach.

Arnt Messmeker, Ghijsken Maessoen, Hupert Mosterty, Maes Pelen soen, allen laten (= horige boeren, lijfeigenen) tot Heijen, bekennen dat voor hen Gerit Schumeker tot Heijden en zijn kinderen verschenen zijn die bevestigen, dat zij jaarlijks een malder aan Herman Pelen schuldig zijn uit een camp lands.

Oorkonde. 012

11 november 1490

Wynalt Schynck, natuurlijke zoon van ridder Wynalt Schynck en Johan Sieben, geheten Brouwer, richter tot Afferden, Johan Beltkens, Thys Beltkens schepen en overige schepenen van Afferden bekennen dat voor hen Jan Pletkens en zijn vrouw Lysbeth gekomen zijn. Zij bevestigen een jaarlijkse vordering van drie malder koren verkocht te hebben aan Aleide van Asselt en haar erven, komend van een huis en hoff, gelegen tot Hoekellem (Heukelom).

Oorkonde. 013

3 mei 1501

Wilhem van Asselt, Adriaen van den Berghe en de gebroeders Henrick en Conraet Hack zijn als scheidslieden benaderd bij een erfdeling tussen Henryck, Gerard, Aleitden en Katherynen Spaenrebroucks over de heerlichge guyde, erftyns, eygen off eerfpacht guyde, lyffgewijns guyden, roeyden, pessem buyssche, huyssinge, huyssrait, haeffstat, kleynoit, yngedompt, levendige have ende voert van allen anderen guyde erve, rede ende onrede, ruerende ende onruerende schout ende weder schout, daer Henryck Spanrebroicks eyn here tot Heynden ende Joffer Lysbeth syn echte huysfrouwe, beiden gestorven.

Oorkonde. 014

7 februari 1508

Voor de Gennepse schepenen verschijnt Barbara van Asselt en zij doet afstand van een huis,  hof met een schuur bynnen Gennep by den molentoren, haar beste bed, enz. ten behoeve van Hynrick Spaenrebocks, soene tot Heyden.

Oorkonde. 015

4 mei 1510

Verhandeling over het huwelijksverdrag tussen de zoon hertog Johan van Kleef, graaf van der Marck en Marie, dochter van Willem, hertog van Gulik en Berg.

Oorkonde. 016

15 juni 1510 dusent vyfhondert und tijen op sunte Viti dach des hiligen merteler.

Derick Scheyff, Wyllem Vermasen, laten te Heyen, en Erken Artz, richterbode aldaar, getuigen dat Ot van Holtmolen en zijn vrouw Lysbeth twee morgen land overgedragen hebben. Dat land is als eyn vry erff gelegen aen dy nye beeck en komt aan Hynric Spaenrebock, eyn here tot Heyden und syne rechter erven. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 017

2 october 1512 dusent vyfhondert und twelff des anderen daghs nae sunte Remeyssdagh des hilgen bysschops und confessoris. Voor Gijsbert van Meer en Peter van Schelberch, leenmannen van de Boxmeerse Leenhof, verschijnt vrouwe Mechtelt Spaenrebocks, eyn aldste dochter tot Heyden, en zij verzoekt om het leengoed Heyen dat zij via haar ouders volgens leenrecht gekregen heeft over te dragen aan haar broer Hynrick. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 018

8 oktober 1512 …. dusentvyfhondert und twelff op sunte Dyonysius avent des hiligen mertelers.

Voor Deryck Pelen en Dryes van Haen, laten van Heyen, verschijnt Mechtelt Spaenrebock en zij draagt alle alsulken erftael, versterfnys van toekompst, als haar bij erfenis als oyrs kynsdeyls toegevallen is over aan Hynrick Spaenrebock en zijn vrouwe. Rolof van Ossbert, schout tot Heyen, zegelt de overdrachtsovereenkomst.

Oorkonde. 018a

20 januari 1514vyfhondert und viertyen op sunte Fabianus unde Sebastianus dach der hilger merteleers.

Hynrick Nab en Jan Ebben, laten van Heyen, oorkonden dat Ot van Holtmolen en vrouwe Lysbet hun erf, gelegen in der hierlicheit und gericht van Heyden en dat gelegen is nabij het goed van dy pastoir van Heyden, verkopen en overdragen aan Hynrick Spaenrebocks eyn here to Heyden, en zijn vrouw Artz.

Oorkonde. 019

11 september 1515 … dusent vijffhondert und vyftien jaere op dynxdach post Nativitatis Marie virginis.

Voor Deryck Scheyff en Jan Boschman, laten te Heyen, en voor de richter vanwege onser beyden heren, verschijnt Ot van Holtmolen en zijn vrouw Lysbet en zij dragen een morgen land op den wyttensteyn over aan Hynrick Spaenrebock, een heer tot Heyden, en zijn vrouw Art. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 020

20 december 1515

Gaert Verheyen, Henrick van Kempen en Marten Wynetz, laten en Eirken, gerichtsbode te Heyen, oorkonden dat voor de richter van beyder heren wegen, Lyffart van Wylack en vrouwe Lysbet verschenen zijn inzake een erfgoed dat Henrick Spaenrebock, een heer tot Heyen, en vrouwe Art, eerder gekocht hadden van Otten van Holtmolen en zijn vrouw Lysbeth. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 021

10 januari 1516 …. dusent vyfhondert und sestyen op donredagh nae der hilger dry konnynck dagh.

De schepenen van Gennep maken bekend dat voor hen Wyncken ingyn Boegum en Griet Verstegen zijn zuster, een huyss und hoff mit der schuren gelegen bynnen Genp in dy Moelenstraet, overgedragen hebben aan Hynryx Spaenrebock, eyn here tot Heyden ende joffer Art, synre echter huysfrou. De schepenen van Gennep zegelen de oorkonde.

Oorkonde. 022

1 december 1516 ….. dusent vyffhondert und sestien op sunte Loys dach des neesten dachs nae sunte Andrieedach vurscr.

Jacob Soenhoeven en Derick Pelen, laten te Heyen, getuigen dat Hynrick van Kempen en Gertruyt voor hen gekomen zijn en verklaren een jaarlijkse schuldenlast te hebben van twee malder rogge Heydens maeten, steeds te betalen op sint Andriesdag. Deze hypotheekrente, in de vorm van een graanlevering, mogen zij van Hynrick Spaenrebock en zijn vrouw Art aflossen met een eenmalig bedrag van 27 bescheyden Philippus gulden.

Oorkonde. 023

15 januari 1520 …. dusent vijffhondert ende twyntich den vyfftienden dach yn januario.

Stichting of fundatie van een Sondachse vroechmysse in der heylyge kercken van Heyen onder goedkeuring van de huidige pastoor. Deze zal altyt dat heylige wywater werpen in deze vroegmis. Uit de opbrengsten van een stuk land, geheyten dye papelijer ter grootte van 12 of 13 morgen, worden de kosten van de kerkelijk bedienaar betaald. Collatie- of voordrachtsrecht heeft de tijdelijke heer van Heyen. De heer van Heijen en anderen, waaronder de schepenen van Heijen, bekrachtigen deze fundatie met hun zegel.

Oorkonde. 024

27 augustus 1522 …dess gonssdage nae sunte Bartholomeus dess heyllige appostele.

De Gennepse schepenen maken bekend dat voor de kerkmeester Hanrick Wolters en met consent van de Gennepse burgemeester, schepenen en raedt onsser stadt Genpp en met medeweten van Hanrick Spaenrebuick, heer tot Heyen, eerder genoemde (oork. 022) twee malder rogge als jaarlijkse rente aan de kerk van Heijen mag aflossen. Het zegel van de Gennepse schepenbank is aangehecht.

Oorkonde. 025

8 maart 1526 … den achten dach in de mert.

Voor de Heijense schepenen en de gezeten richter van beyder onss heren wegen verschijnt heer Peter Bosman, vicaris van het O.L. Vrouwe altaar te Hassum in verband met de aflossingsmogelijkheid van 10 Philippus gulden. Dit aflossingsrecht claimt Henrick Spaenrebock, een heer tot Heyen. De oorkonde wordt bezegeld door Reyner van Loebeeck, richter en het schepenzegel van Heyen.

Oorkonde. 026

22 februari 1529 ….up sunte Petersdach ad Cathedram geheytten

De gemene schepenen van Gennep bekennen dat Godefridus Hondert Schillinck vanwege de vicarie van het Sint Anthonius altaar in de Gochse kerk voor hen verschenen is inzake een jaarlijkse bedrag van vijf Philippus gulden. Deze jaarlijkse betaling rust op een weiland aen den wyttesteen van Wyllem Rutten en Henneken zijn huisvrouw.

Oorkonde. 027

23 februari 1529

De Gennepse schepenen maken bekend dat voor hen priester Johan Verholt, vicaris van het Sint Anthonius altaar in de parochiekerk van Goch, bevestigd heeft dat Willem Rutten en Henneken zijn huisvrouw een jaarlijkse rente van vijf Philippus gulden aflossen kunnen. Het Gennepse schepenzegel beschadigd.

Oorkonde. 028

10 januari 1516 …up sente Markus dach des heiligen apostols.

Johan van Loen, heer te Gulik, Heinsberg en Lewenberg bekent in deze openen brief dat vanwege verrichte diensten door Johan Spaenrebuyck der Jonge aan hem grondbezit in het Land van Gennep en onder Middelaar afgestaan wordt. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 029

14 februari  1533 up sunte Valentyns dach.

Voor Gennepse schepenen draagt Derick Pelen en Katheryn zijn vrouw een weiland bij de Wittensteen over aan Wyllem Rutten en Johanna zijn vrouw. Bezegelde oorkonde.

Oorkonde. 030

17 juli 1537 up dynxdach na sant Margrieten dach.

Voor de Gennepse schepenen en de richter verschijen de oudere heren Derick Ebben en Johan Bussman en wel op verzoek van de priester Henrick Spanrebock vanwege de weduwe Arendt, echtgenote van Henrick Spanrebock, een heer to Heyden (Heijen) inzake het turf steken van oeren torff up Genpper ven. De schepenen zegelen de oorkonden.

Oorkonde. 031   dess twellefften dachs mensis decembris.

12 december 1541

Huwelijksverdrag tussen Geijtzschaelk Wijenhorst en Anna Spanrebock, dochter van wijlen Henrick Spanrebock, heer to Heijen, en zijn vrouw Arnt van de Vort. Oorspronkelijk bezegeld met 15 zegels.

Oorkonde. 032

2 april 1543 Latijnse tekst.

De officiaal Johannes a Vlatten, proost van St. Victorkapittel te Xanten en tevens aartsdiaken geeft een verklaring uit over het altaar van St. Nicolaas  in de Heijense kerk i.v.m. het overlijden van de priester Henricus Spanrebock. De collatie of de voordracht voor de nieuwe bedienaar of vicaris van dit altaar berust bij Theodoricus van der Lippe alias Hoen, tijdelijk heer van Afferden. Beschadigd zegel.

Oorkonde. 033

2 november 1543 Latijnse tekst

De generaal vicaris Johannes van de Keulse kerkprovincie maakt bekend dat Johannes Spanrebock de Heye de eerste tonsuur als geestelijke in Keulen ontvangen heeft.

Oorkonde. 034

17 juni 1544 up dynxdaich den soeventyenden Junij. Huwelijkscontract tussen Rutger van Erpray en Lyffart Spanrebock. De verbintenis werd met negen bijenwaszegels bekrachtigd.

Oorkonde. 035

10 october 1545 up synt Victors dach.

Goetzschalck van Wijenhorst en Anna van Wijenhorst, echtgenoten, verklaren van de weduwe Arnt, geboren van die Vort, echtgenote van wylner Hanrick van Spanrebock, eyn vrou tot Heijden ende van yeren kynderen een bedrag van vyeff hundert golt gulden ontvangen te hebben.

Oorkonde. 036

5 mei 1556 up den vifften dach der manach mey.

Erfdeling tussen Aleff van Meverdern te Hasssent en zijn zusters Galant van Meverden geheten van Heijden en Arnt van Meverden.

Oorspronkelijk bezegeld met zeven zegels.

Oorkonde. 037

november 1547 soeven und verttich in novembris.

Henrick van den Bungart en Lenardt van Cruchten, leenmannen van de hertog van Kleef, Gulick en Berg, maken bekend dat voor hun verwanten een leengoed overgedragen is aan Arnt Spaenrebock, eyn eer the Heiden en synen erven, geheten Bussershuysen gelegen in den Gericht Gennep zoals Reyner van Holthuysen en zijn vrouwe Johanna van Blitterswick dat gehad hebben en dair tho den hoff, genampt den Hamschen hoff in der Gericht Heiden gelegen.

Oorkonde. 038

12 november 1553 den twelfften dach dess maentz Novembris

Helmich van Holthuysen ziet af van het leengoed Busserhuysen in den Ampt van Gennep en den hoff genandt Hambschen hoff in der heirlickeit van der Heijden (Heijen), dat verpand was aan Gaedert Turck, drost tot Goch, ten gunste van zijn lieve neef Arndten Spaenrebock, heren ther Heijden. Drie zegels.

Oorkonde. 039

5 augustus 1557

Anthoenis Blaeijman, priester en prior in de Gaesdonck en leenheer des Conventz ind gaitzhuysse in het ambt van Goch, maakt bekend dat hun leenman Mylessen van der Lynden uit het leengoed, geheiten Bocxsguet, eynen kamp bouwe landts, geheiten den nyen kamp voer eynen fry erff guet, gelegen in der heerlicheit ind gerichts tot Heyen mag verkopen.

Een zegel.

Oorkonde. 040

14 april 1558 den virteynden daich Aprilis.

Peter van Beryngen en Lelys van der Lynden, leenmannen, maken bekend, dat voor hen Gottschalk van Wyhenhorst en zijn vrouwe Anna, geboren Spanrebock verklaard hebben van hun zwager en broer Arndt Spanrebock, heer tho Heyen, het geld, toegezegd in hun huwelijkscontract, ontvangen te hebben.

Drie zegels.

Oorkonde. 041

17 augustus 1558 opten seventhiendendach Augusti.

Peter van Beeringen en Johan Verferth leenmannen en Herman Pelen, Johan Mychaels schepenen en verder de gemene schepenen van Heijen leggen een gezamenlijke verklaring af. Met inwilligiing van de Gaisdonckse prior en leenheer is aan Arnt Spanrebock, heer te Heijen,  en zijn vrouw Galand van Meverden een kamp bouwe landtz geheiten den Neyenkamp in de heerlijkheid Heijen verkocht. Oorspronkelijk 4 zegels, 3 behouden.

Oorkonde. 042

6 februari 1559 op maendach den sesten February.

Melys van der Lynden en Sibert Lesier, schepenen van Gennep, maken bekend dat voor hen Arndt Spaenrebock, een heer te Heijen, en zijn vrouw Galandt van Meverden een jaarrente van 58 halven hertoich Philippus gulden overgedragen is. Onderpand is een bouhof myt den den getymmer dair op stande gnoempt die Loicht aen den Wyttensteyn in het gericht Gennep.

Geen zegels behouden.

Oorkonde. 043B

6 februari 1559 op maendach den sesten Februarij.

Voor Melys van der Lynden en Sibert Lesier, schepenen en de gemene schepenen van Gennep, verschijnt de Gennepse burger Johan Lesier en Hilleken van der Lynden, zijn echte huisvrouw. In een vaste erffkoip is het in de vorige akte genoemde getimmerte de Loicht aan jonker Arndt Spanrebock, een heer te Heijen, en zijn vrouw Galand, verkocht.

Een zegel

Oorkonde. 044

3 maart 1559 den derden dach Martii.

Bijlegging van een conflict (so onverstandt geweest was) tussen Arnt Spaenrebock en zijn vrouw Galand, als ook Jan Spaenrebock en Geertruijdt Spaenrebock wegens de ouderlijke goederen van Henrick Spanrebock en zijn vrouw Arnth van der Vorth. Enkele vrienden bemiddelden: Henrick van der Voort, Gaidtschalck van Wyhenhorst, Johan van der Vorth en Rutger van Randwyck.

Enkele zegels van de oorspronkelijke zes behouden.

Oorkonde. 045

18 maart 1565

Johan Droeckenn, scholtis in het land van Kriekenbeck, en de gezamenlijke schepenen, oorkonden dat Johan Marthens, burger te Goch, op de 18 november 1564 binnen Lheuth een financiële regeling heeft aangegaan waarbij Johan van Aldenboeckum, betrokken is vanwege de aflossing van Busserhuysen. Twee zegels.

Oorkonde. 046

26 september 1570 … duysent vyffhondert ende tseventich, den ses ende twintichsten dach des maents September.

Philips, koning van Castillië, etcetera en tevens hertog van Gelre maakt bekend, dat Herman van Diepenbrock thoe Bolre (=Buldern) door de Gelderse stadhouder is beleend met twee leengoederen, gelegen in het kerspel Grolle (=Groenlo), die Herman zijn aangestorven via zijn overleden broer Rutger. Daarop heeft Herman de leeneed afgelegd.

Oorkonde. 047

11 februari 1572 Anno Domini 1572 die undecima mensis februarij

De official van het kapittel van Xanten vordert een onbenaamde pastoor op, om in naam van Arnold Sparenboick, comitis in Heiden (!!), graaf in Heijen, als collator (met begevingsrecht van de pastoorsvoordracht) van het St. Nicolaasaltaar in de Heijense parochiekerk, Mathias Rutten als vicaris van genoemde altaar aan te houden. Getekend: Everhard Hageman.

Oorkonde. 048

24 april 1572

Thoniss Backs en Mews Boschmans en verder de gemene schepenen tot Heyen maken bekend, dat Remmert Peellen op de Derick Peellen hoff gewoond heeft en dat landt under syn ploegh hadt. Ook worden verklaringen afgelegd over drie kemppen, die ick Arnt Spaenrebock, ein heer tot Heyen nu van Jan Lesyr und Hilleken syner huisfrouw gekocht hebb. Opgedrukt schependomszegel van Heijen.

Oorkonde. 049

28 october 1573den acht und twintichsten Octobris

Jan Michels en Jan Janssen en de gemene schepenen van Heijen bevestigen, dat voor de gezeten richter Derick van Hillensburgh in het gericht gekomen is Herman Visschers en Tryn zijn huisvrouw, als ook Walburg Visschers met een brief van 28 augustus 1571 van de burgemeester van Dordrecht. Het blijkt dat eynnen weycamp in unsen gericht van Heijen gelegen ewelick und erfflick door koop in handen is gekomen van Gaert Poilman en zijn huisvrouw Neess.

Oorkonde. 050

12 maart 1574 … den twelftten dach Martij.

Herman Peell en Jan Janssen en de gemene schepenen van Heijen verklaren dat voor hun schout en het gericht Luyth Ebb Thonissen nagelaten weduwe verschenen is. Dit geschiedt vanwege haar groote onwedersprecklicke schulden, die Ebb oer man aan haar en haar onmundige kynderen achtergelaten heeft. Om de crediteuren genoegen te doen verkoopt zij een stuk land, weylandts, dat zij en Ebb eerder gekocht hadden van Mews Boschmans en Thiesken syn huysfrouw en volledig betaald. Nieuwe koper wordt Gaerdt Poilman, zijn vrouw Neess und oeren erven. Wel rust er een leveringslast op dit weiland van jaarlijks twee pacht hoenre, die steeds op heyligh drie koningen dach (6 januari) voldaan moet worden. Derick van Hillensbergh scholtis zegelt naast het Heijense schependomszegel.

Oorkonde. 051    …. den negenden dach Octobris.

9 october 1576

Jan Michiels em Toniss Backs en de gemene schepenen van Heijen maken bekend dat op verzoek van de edele ehrentfeste en frommen Art Spaenrebock, ein heer tot Heyden, de ongeveer zestig jaar oud zijnde Claes van Kuick verschenen is, als ook Tenneken die Stockz, die tho Heyen gebaren ende ertagen is en Neess Biermans, die ongeveer 63 jaar oud is. Zij leggen verklaringen af over de woning van Remmert Peellen en Jan Neeskens en hun land. Een opgedrukt gemeinnen Scependombs Segill van Heijen.

Oorkonde. 052

26 october 1576op frydagh des sess und twinttichsten Octobris.

Vijf schepenen van Heijen te weten Gerit Lauwertz, Thoniss Backs, Jan Rutten, Jan Janssen en Derick Daems verklaren dat voor hun en hun richter op verzoek van en ter instantie des edlen ehrentfesten Arth Spaenrebock twee medeschepenen Jan Michiels en Ebb Segers verschenen zijn, als ook unser gerichtschriver Johan Loeffs. Deze samenkomst vindt plaats op aandringen van de geestelijke Gerard van der Schildt, prior in die Gaesdonck, vanwege kemppen und lendderien tho Heyen gelegen, die van het klooster de Gaesdonck leenroerig zijn en ook in het rintboeck opgetekend staan.

Oorkonde. 053

26 october 1576 des sess und twinttichsten Octobris

Op verzoek van Art Spaenrebock, ein heer tho Heyen, en de gemene schepenen van Heijen geeft Melis van der Lindden een verklaring af over zijn ondervraging, een zogeheten interrogatoria over de koop, als vry erff goet van die Locht met bijbehorend bouw- en weideland en of hij deze grondstukken bij de koop ook opgemeten heeft binnen Heijen en in het gericht van Genp (=Gennep). Ook is er nog sprake van het leengoed Boxgoet in verband met vermeende aanspraak van de Gaesdonck.

Oorkonde. 054

5 november 1576 .... op manendach den vifften Novembris

Gerrit  Lauwerts en Thoniss Backs en wy semptlicke scepen tho Heyen verklaren dat de achtbar frommer Johan Martens als ein Burger tho Goch en vroeger daar schepen geweest zijnde, op last van Arnt Spaenrebock vragen voorgelegd heeft gekregen over rechtsaangelegenheden in Goch, dat er schuldich weer die waerheit aen den dach tho brengen over of dat heell bloet vür het halff beerftt soll sijn. Verder gaan de vragen hoe het verloop van een dergelijke procesgang is in Roermond, Goch, Venlo en Geldern.

Het schependomszegel van Heijen is opgedrukt.

Oorkonde. 055

21 juni 1578 … den ein und twintigsten der maent Junij.

Hertog Wilhelm van Kleef, Gulick en Berge, grave tho der Marck undt Ravensbergh, her tho Ravenstein etcetera maakt bekend, dat Derick van Holthusen te Kriekenbeck in 1564 met de hoeve te Heyen en het goed, geheten Busserhusen, gelegen in onze herlicheit Gennep beleend is geworden en op dat alles ten gunste van Henrick van Eickell afstand heeft gedaan. Daarop heeft Van Eickell voor zich en zijn nakomelingen aan de Kleefse hertog de leeneed afgelegd.

Oorkonde. 056

14 januari 1581 .. den 14te Januarij Anno 81.

Gerard van Erprade verkoopt met instemming van zijn moeder Lyffart van Spannerbock en zijn zuster  Helene van Erpraidt aan Henrick van Eickell, heer te Heijden (Heyen) en zijn echtgenote Elisabeth van Spannerbock, vrouwe te Heyen, zijn erfelijke bezittingen. Deze zijn gelegen in Heijen en in het ambt Gennep en bestaan uit akkerland, weiland, als opgemeten en met het daaraan verbonden gerechtelijke toebehoor.

Oorkonde. 057

19 januari 1581 ahn neunzehenten taege dess Monath Januarij.

Lenart van Spannerbock, weduwe van Rutger van Erprade te Sanct Thonis Bergen, Gerhard van Erpraede te Sanct Thonis Bergen, Jacob van Krekenbeck zu Ingenraedt in het ambt Bruggen, vorstendom Gulick en zijn vrouw Johanna van Erpraedt en voor Helene van Erprade maken bekend, dat zij hun bezittingen en rechten in Heijen aan Henrick van Eijckell en zijn vrouw Elisabeth van Spannerbock, heer en vrouwe te Heyen, verkocht hebben.

Oorkonde. 058

26 juni 1582 … dem sess undt zwanzigsten Junij.

Johan Michiels en Gerit Claessen, schepenen, en de gemene schepenen van Heijen laten weten, dat voor Otten Ruytter, hun schout, Alther Knippinck en Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe tho Heyden (Heyen) verschenen zijn. Zij verklaren dat aan Christoffel van Wylick en Johanna van Paijwandt (?), heer en vrouwe van Grontstein, Grubbenvorst en Lottum voor een eenmalig bedrag van 200 dalers, een jaarlijkse rentebrief van 12 dalers verkocht hebben.

Oorkonde. 058 a

19 december 1595 ..den negenthienden decembris.

De beide schepenen Gerit Claes en Herman van Kuyck en verder de gemene schepenen van Heijen verklaren dat voor hen Jaspar Loffe een volmachtbrief getoond heeft van 8 december 1595. Daaruit blijkt dat Christoffel van Wylick en zijn vrouw Anna van Wyckradt, heer en vrouw van Grontstein, Lottum und Grubbenvorst de bovengenoemde oorkonde van 26 juni 1582 overgereikt hebben

Oorkonde. 059

10 februari 1590

Gerit Claes en Henrich Custens schepen en de gemene schepenen van Heijen maken bekend, dat voor de schout en de stadhouder in eigen persoon Wylhelm Puuls/Pauls (?), Andries gezegd Hamaker voor zich zelf, zijn vrouw en zwager Herman Loffe geheel afziet van het bezit van een huys und hoffstadt, dat Jan Michils the wesen plach. Er is o.a. ook sprake van land te Kranenburg en aen der Selick te Heijen gelegen.

Oorkonde. 060

21 november 1591

Jasper Loffe en Herman Frieber, schepenen evenals de gemene schepenen van Gennep bevestigen dat voor hun schout in eigen persoon Hylleken, de weduwe van Johan Lesier, Leynart van Hangh en zijn vrouw Wyllemken verschenen zijn. Zij verklaren volgens erffkoups recht afstand te doen van hun erf en grondbezit ten gunste van Alther Knippinck en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe te Heijen, en erfgenamen.

Oorkonde. 061

22 november 1591den twe undwyntichsten Novembris.

Johan Michiels en Jan Ebben, schepenen en de gemene schepenen van Heijenmaken bekend dat in de schepenbank van Gennep Hylleken Lusier, Leynert Verhaegh, Wyllemken zijn huisvrouw verschenen zijn. Zij verklaren van het bezit van verschillende stukken land bij de Wittensteen, in het Hoogveld en Nederveldt gelegen, af te zien ten gunste van Alther Knippinck en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe te Heyen, en erfgenamen.

Oorkonde. 062

28 september 1594 … den achtundtnyetichsten September

Henrick Vermasen en Herman van Kuyck schepenen en de gemene schepenen van Heijen verklaren, dat Alther Knippinck, heer tho Heyen, en zijn vrouw Elisabeth Spannerbock, aan Adolf Huysen en Gundert Poylman als voogden van de nagelaten drie kinderen, brüder und süster, van Johan Huysen en Anna Poylman een jaarlijkse pachtrente van zes daler overgegaan is, komende uit een onderpand in de vorm van een weiland, den groten wytten steen in den  herlicheyt und Gericht Heyen gelegen. De aangrenzende grondbezitters worden genoemd. Van de drie zegels is een behouden.

Oorkonde. 063

22 februari 1609

De gebroeders Georg en Conradt von Boenen te Oberfeldt verkopen aan de echtelieden Diethar Serriest (?) en Margaretha een jaarrente van 12 daalders, komend uit hun bezittingen te Benickhausen en Erdelbroeck hoffs. De zegels zijn verloren.

Oorkonde. 064

11 november 1611 …. Auf tagh Martini

Georg von Boenen te Oberfeldt verkoopt aan dem werdigen und vollgelahrten heere Johann Suthen, pastoor te Libburgh en zijn erfgenamen een jaarlijkse inkomsten in de vorm van zes Reichsthalere, voortkomend uit zijn bezitting in het ambt Luene, geheten der hoff zu Ubbinck genant te Kirchderne. Het aanhangende zegel is verloren.

Oorkonde. 065

1 november 1612 … ahm tafg Omnium Sanctorum.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh te Oberfeldt verkopen aan het echtpaar Diederichem Kumpschöff, richter te Lünen, en zijn vrouw Eva, hun erfgenamen of houder van deze brief een jaarlijkse rente van 12 goede sylberenn Reiches thäler, elk jaar op de feestdag van de H. Martinus vrijkomende  en te voldoen uit hun eigen vrije goederen, geheten Ubbingk zu Kirchderne gelegen.

De beide zegels verloren.

Oorkonde. 066

11 november 1612 .. ahm taghe Martini Episcopi.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh te Oberfeldt verkopen aan Jürgen Landttman, zijn vrouw Annen en erfgenamen of houder van deze brief een jaarlijkse rente van 15 zilveren rijksdaalders uit hun eigen vrije erfgoederen en goed Ubbingk zu Kirchderne gelegen met daaraan verbonden rechten en diensten. De twee zegels zijn verloren.

N.B.: De achterzijde van het perkament bevat notities van o.a. November 1664.

Oorkonde. 067

12 november 1612 … up den zwelfsten novembris

Graaf Frederik van den Bergh, vrijheer van Boxmeer, Bylandt, herr zu Haps, Dixmuide, Sambeck en stadhouder van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, en zijn vrouwe, overreiken aan Alter Knippinck, heer zu Heijden, de leenbrief van de heerlijkheid Heijen, zoals die van de fry herlicheit van Boxmer leenroerig is en destijdsin de stad Arnhem ook zijn overleden vader gegeven is.

Het zegel is beschadigd.

Oorkonde. 068

5 december 1614 … ahm abendtt Nicolai Episcopi.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt geboren Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verkopen middels deze brief aan Georg Kramer, jurist, en zijn echtgenote Margreten Gräus en hun erven een jaarlijks inkomen aan rente van 18 zilveren Rijksdaalders, die steeds op de feestdag van St. Nicolaas uitbetaald wordt uit hun ontvangsten aan pachtgelden uit goederenbezit Boinckhaüs und Erdelbröch genandtt. De handtekeningen van de verkopers zijn onder aan de oorkonde geplaatst, maar het zegel is verloren.

Oorkonde. 069

24 maart 1617

Dietrich Kumpershoff, richter te Lünen, meldt dat voor hem Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verschenen zijn. Zij verkopen aan Caspar Scherlemer (?) en zijn vrouw Anna Kunpershoff en erfgenamen een jaarlijkse rentebrief ter waarde van 18 enkele Rijksdaalders, komende uit het goed Boinckhausen met toebehoren, gelegen in het ambt Lünen en het kerspel Derne. Zegels verdwenen.

Oorkonde. 070

11 october 1617 … am eilften octobris.

Georg von Boenen en zijn vrouwe Galandt geboren Knippingh, echtelieden te Oberfeldt, verkopen een rentebrief ter waarde van jaarlijks zes zilveren Rijksdaalders aan de richter Dieterich Kumpschoff te Lünen. Deze som wordt telkens opgebracht uit de verpachte Schultenhof zu Ubbingh in het kerspel Derne in het ambt Lünen gelegen.

Oorkonde. 071

3 maart 1633 … am dritten tag Mohnats Martii.

Georg Wilhelm, markgraaf te Brandenburg, hertog van Kleef, Gulick en Bergh, heer van Ravenstein, beleent Alther Knipping en zijn erven met de hof te Heijen voor einen rechten Manlehn, telkens met 15 goudgulden te verheergewaden en met het goed Busserhausen, volgens Zutphense leenrechten.

Oorkonde. 072

24 februari 1644 … den 24e dach van den maendt Februarius

Philip, Coninck van Castillien, van Leon, van Arragon ….. aartshertog van Oostenrijk, hertog van Bourgondië, van Lotharingen, van Brabant, van Limburg, van Luxemburg, Gelre en van Milaan, etcetera staat een verzoek toe van Gisbert Jan van Vittinghoff genaamd Schell. Deze is eenen geringen tijt tot Orsoy in vijandelijke militaire dienst geweest als kornet onder den Colonal Iselsteijn. Nu wil hij naar zijn Huijs ten Berge(n), gelegen op neutraal grondgebied onder de vorst van Brandenburg in het land van de Marck gelegen, terugkeren via een paspoort en krijgt daarvoor toestemming onder voorwaarde dat hij een neutrale positie voortaan blijft innemen.

Zegel behouden.

Oorkonde. 073

1 mei 1645 …den eersten dach maendts Maij

Albert, graaf van den Bergh geeft als vrijheer tot Boxmher via zijn drost Jan Baptiste Ricardt enstadhouder van het Leenhof der vryheerlickheid Boxmher, heerlickhede Haeps ende Sambeeck een leenbrief uit aan Gisbert Johan van Vittinghoff genannt Schell en vrouwe Agnes Margareta van Buenen. Zij is een nagelaten dochter van Jurien van Buenen, heer tot Heijden (Heijen). Dit echtpaar Gisbert Johan en Agnes Margareta wordt via deze Bomeerse leenbrief beleend met de heerlicheydt van Heyden, zoals dat gelegen in hoogen end leeghen, in diepen ende in drooghen met alle hare rechten ende gerechticheydt.. Een zegel behouden.

Oorkonde. 074

21 october 1657 … den ein und zwaintzigsten Octobris

Bevestiging aan de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, fraw des Hauses und herligkeits Heijen und zum Schelenberg (Schellenberg) van de Lehen Cammer der herligkeits Boxmehr met de belening met de heerlijkheid Heijen onder de schout Johan Duising.

Oorkonde. 075

15 maart 1658 Den 15ten Martij 1658

Voor Peter von Aldenhoven en Johan Sennen en de gemeine Scheffen der Stadt Gennep wordt een verklaring vastgelegd. Voor hun schout Werner van Rijswick en de heer Henrich Loer, Kleefs-Brandenburgse gevolmachtigde schlüter (ambtman) wordt afstand gedaan van een weide Camp, geheten Meckerens Weide ten gunste van doctor Johan Peill en zijn erfgenamen. De weide is zeven kleine morgen groot, belastingvrij en zonder andere lasten daarop drukkend. De verschillende eigenaren van de belendende percelen worden genoemd.

Oorkonde. 076

25 april 1663 …am fünft und zwantegsten tag Monats Aprilis

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs beleent, op verzoek van de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, tot leendrager Bernard Biesenbruch met de Hoff zu Heiden und gutt zu Busserhausen ten behoeve van Agnes Margareta von Boenen.

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 077

8 januari 1665 … am achten tag Monats Januarij.

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs bevestigt dat hij op 25 april 1663, op verzoek van de weduwe Agnes Margareta van Vittinghoff genannt Schell, geboren van Boenen, van de overleden Gisbert Jan van Vittinghoff genannt Schell, Bernard Biesenbruch tot leendrager met de Hoff zu Heiden und gutt zu Busserhausen heeft beleend gehad. Nu ook zij, Agnes Margareta, is overleden, wordt volgens het tijnskantoor te Münster en Paderborn Bertina Elisabeth von Vittinghoff genant Schell hiermee beleend.

Oorkonde. 078

8 maart 1668 …am schstentag monats Martij.

Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg des heilig Römischen Reichs, aartskanselier en keurvorst in Pruisen te Maagdenburg, Gulick, etc. beleent na de dood van Agnes Margareta van Boenen, vrouw van de gestorven Gisbert Johan Vittinghoff genannt Schell, op verzoek van Mechtildis van Randwick, den Johan van Trist tot leendrager als gevolmachigde van Johan von der Mühlen en zijn hierboven genoemde vrouwe Mechtildis van Randwick met de twee bezittingen in het ambt Gennep (Hof te Heyden en Busserhuizen).

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 079

3 mei 1689 … am dritten tag monats Maji.

Keurvorst Friedrich Wilhelm … zu Brandenburg, beleent de jurist Henrich Leven met de Hoff zu Heiden und dem Gutt Busserhausen uit naam van Bertina Elisabet von Vittinghoff genant Schell. De hof van Heijen geldt als een manleen en moet telkens met vijftien goudgulden worden verheergewaad.

Oorkonde. 080

27 april 1691 … aen sieben und zwantzigsten tag monats Aprilis.

Keurvorst Friedrich III beleent na de dood van jurist Henrick Leven de Gennepse schout of scholtis Johan van Bergsum met de leengoederen, de hoff zu Heiden und dem Gutt Busserhausen. De leenakte is uitgevaardigd te Kleef.

Oorkonde. 081

19 september 1691 … den 19e Septembris 1691

In naam van Oswald, graaf van den Bergh, markgraaf tot Bergen op Zoom, etc.  beleent de drost en stadhouder van de Boxmeerse vrijheerlijke Leenkamer met name Diederick Ripperbandt, (na de dood van de voorgaande vazal Doctor Martin Haesbaert, sedert 1658) tegen een zekere betaling, de Gennepse secretaris Constantijn de Mentrop, als gevolmachtigde van de freulin tot Heijen (Bertina Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell) met het leengoed in de heerlijkheid Heijen (dat afkomstig was van Diderick Surmondt). Getuigen hierbij zijn twee leenmannen: Peter Sam en Rutger Ambrosius de Raedt.

Een zegel behouden.

Let wel: de oorkonde kent twee veschillende versies met dezelfde datum t.w. 19 september 1691.

Oorkonde. 082

12 juni 1696 … den zwelfften tagh mohnats Junij

Johan Albert Ebben en Johan von der Ahe, scheffen der Stadt Gennp, bevestigen dat voor hun schout Johan van Bergsum procurator Arnoldus Jansenius verschenen is. Arnoldus heeft een volmacht  (d.d. 8 mei 1696) daartoe van der Burgermeister, Scheffen und Raht der Stadt Harem (Haarlem?) ins graffschaft Hollandt in opdracht van Henrick Roesterman en zijn erfgenamen. Hij doet afstand van een stuk weiland unter oder niederwerts Genneper Hauss gelegen in die Maesen, ohngefehr sechs kleine morgen gross. Het blijkt allodiaal en vrij erfgoed te zijn. Het weiland gaat via erfkoop in bezit over aan de weduwe Margaretha Beatrix von Eickel, echtgenote van wijlen Christianen Brandt en erfgenamen.

Gemeen Genneps schependomszegel behouden.

Oorkonde. 083

23 januari 1697 … den dreij und zwantzigsten Januarij.

Keurvorst Friderich III van Brandenburg beleent op verzoek Heinrich August von Diepenbruch, echtgenoot van Eugene Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell via een vertegenwoordiger de heer P. Hagenbusch met twee leengoedeen, te weten de hof te Heiden en het goed te Busserhuizen.

Een zegel behouden.

Oorkonde. 084

29 december 1697Gedaen tot Boxmeer den 29 Decembris 1697.

In naam van graaf Oswald van den Bergh maakt Diderick Ripperbandt, drost en stadhouder van den Boxmeersche vrijen Leenhove, bekend dat Geraerdt Huyster, landschrijver van de vrijheerlijckheijt van Boxmeer volgens volmacht van 28 december 1697 van Hendrik Werner Werner van Diepenbroick, vrijheer van Bulderen, Bergh en Heyden, Borghman des Huyses Dulmen, als echtgenoot en voogd van zijn gemalin Engel Elisabeth vanVittinghoff genandt Schelle van SchellenBergh, met zes stukken land binnen de heerlijkheid Heijen beleend is. Deze stukken komen van die weduwe en kinderen Johan Diderick ten Ham, voor desen Joncker Surmont offte Wijlax Leen genaempt.

Het bedrag aan heergewaden bedraagt twee olde schilden ad drij goltgulden.

N.B. Er zijn twee verschillende versies van deze oorkonde.

Oorkonde. 085

27 januari 1698 … Heijen den 27e (Januarij)

Johan van Bergsum, richter, Jacob Ross en Peter Ebben, schepenen van de heerlijkheid Heijden (Heijen) maken bekend dat Jacob Snouckart en vrouwe Margaretha Vermehren grondbezit (w.o. weideland) verkocht hebben in de heerlijkheid Heijen aan Henrich Werner von Diepenbrock, heer te Buldern, Heijen en Bergh en zijn vrouw Engel Elisabeth von Vittinghoff gnt. Schell.

Oorkonde. 086

27 juni 1698 … Heijen den 27. Juni

Richter Johan van Bergsum en twee schepenen van de heerlijkheid Heijen, met name Peter Ebben en Henricus Bossen leggen getuigenis af over verkoop van weidegrond.

Oorkonde. 087

10 september 1698 … Gennep dem zehenden September.

De schepenen van de stad Gennep, met name Johan Engelen en Everhardt Kreijwinckel maken bekend dat voor hun schout en stadhouder Michiel van Meurs de heren Carell Ludwig Peil en Gerhard Peil verschenen zijn, als keurvorstelijke Kriegs Commissarius voor zich zelf alsmede uit naam van zus Anna Maria Peil. Zij verklaren als gevolg van verkoop afstand te doen van weiland aan de Niers, dass Huijserfeldt genant, dat gelegen is tussen de stad Gennep und Genneperhauss ten gunste van de Brandenburgse Gennepse richter Johan van Bergsum, der rechten Licentiaten, en zijn vrouw Gertrud Angelia Haesbaert en hun erven.

Een aanhangend Gennepse schepenwaszegel en twee opgedrukte rode (lak?)zegels van Johan van Bergsum en G.A. Haesbaert genandt van Bergsom.

Oorkonde. 088

19 oktober 1699 den 19 8bris 1699

Cornelia Anna freyin, droste von Vischering, en abdis Dorothea Margret von Bühren en Margrete  Agnes von Nagel en het kapittel van het Stift Metelen stemmen in met het ontheffen van bepaalde dienstlieden uit hun horigheid.

Oorkonde. 089

27 maart 1704Gennep den sieben und zwantzigsten tag Mohnats Maij des 1704

De schepenen der Stadt Gennep te weten Johan van der Ahe en Johan Engel delen mee dat voor hun schout Johan van Bergsum grondbezit in de vorm van weilanden verkocht is, dat in delen aan verschillende partijen behoorde o.a. een vierde part aan Gerhardis Klabbers, en kleinere stukken aan de weduwe van Johan Dietrich then Ham. De nieuwe eigenaar van het gehele complex wordt Freijherre Henrich Werner von Diepenbroich, Herre zu Buldern undt Heijden en zijn gemalin Frans Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell en erfgenamen.

Oorkonde. 090

1 februari 1706 … Gegeben Heijden ad 1 Februarij

Namens de heerlijkheid Heijen maken Johan van Bergsum, richter te Gennep, en Hans Michel Grühnewalde en Dries Baumans, schepenen van Heijen, bekend dat Boll en Jan Voss mede namens hun huisvrouwen en kinderen voor hen verschenen zijn in verband met bouwlandverkoop. Kopers zijn Henrich Werner van Diepenbrock en gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell, heer en vrouwe van Buldern, Heijen en Berg.

Oorkonde. 091

24 januari  1707

In naam van de Heijense schepenen Wilhelm Ebben en Derik Baumans, als ook Johan van Bergsum, richter, komen Conrath en Hendrina Schroers en de curator in de schepenbank van Heijen vanwege de verkoop van een weiland, geheten de hoege Oeij. Dit grondgebied wordt verkocht aan Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell, heer en vrouwe van Buldern, Heijen en Berg en hun erven. Een van de twee zegels behouden.

Oorkonde. 092

24 januari 1707 … den 24e Januarij

Op deze datum wordt bevestigd dat bouwland verkocht wordt en dat de transportakte hiervan voor de schepenen van de stad Gennep, Johan Albert Ebben en Reimer Reimiers passeert in aanwezigheid van Johan van Bergsum, richter aldaar. Verkoopster is Helena de Beest en koper Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell..

Oorkonde. 093

7 april 1707 … Heijden, den siebenden tag Monats Aprilis

Voor Hendrich Bossen en Andries Ebben, schepenen van de heerlijkheid Heijen, als mede richter Johan van Bergsum, verscheen Henrich Steinkamp, mede namens zijn huisvrouw Maria Lamers en de voogd van zijn kinderen. Hij verkoopt wei- en hooiland aan Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell.

Oorkonde. 094

17 december 1711 … Gennep, den siebenzehnten tag Mohnats Decembris

Voor de schepenen der Stadt Gennep Johan Albert Ebben en Johan Engel, alsook de richter Johan van Bergsum verscheen de jurist Friedrich Wilhelm Bachman, tevens schepen van Kleef, als gevolmachtigde van Georg Friderich von Hüls, heer te Rahtsberge (?) en zijn vrouwe Arnoldinnen von Hüls geboren von Brandt.  Hij draagt in verkoop over de geërfde aan elkaar liggende stukken grond zwischen Genneperhauss und Middelaer im dorff Ottersum, Ambts Gennep an der Maase ‘in gen Donck’ en verder geheten Ebben weerth, Röstermans weerth, Hania (?) weerth, Tillenkämpken, Langen Camp, tezamen 34 kleine morgen groot. Dit geheel wordt schat- of belastingvrij gekocht door Freiherr Henrich Werner van Diepenbrock en zijn gemalin Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell van Schellenberg.

Oorkonde. 095

30 juni 1713 … Boxmeer, den 30. Junij 1713

Ten tijde van Maijnaert Carell Anthonn von Hohenzollern-Sigmaringen maakt Diederik Ripperbandt, als drost en stadhouder van de Boxmeersen vrijen Leenhove bekend dat vrijheer Henderick Werner van Diepenbroeck en zijn geemalinne mevrouwe Engell Elisabeth van Vittinghoff genant Schell van Schellen Bergh met dem Heerlijckheijt, Huyse Heijen mit alle sijne appendentie beleend zijn, zoals in de Boxmeerse Leenkamerboeken staat geregistreerd. Tot getuigen zijn de leenmannen Johan Henderick Verheijen, rentmeester en Albert Ansems opgeroepen en aanwezig.

Aan de oorkonde hangt het grooten Leen Zegel van Boxmeer.

N.B.: Er zijn twee oorkondeversies van dezelfde datum.

Oorkonde. 096

18 december 1713 … Cleve am 18e Decembris

Koning Friderich Wilhelm van Pruisen beleent de Kleef-Markische procurator Johan Zum Berge, als gevolmachtigde van Henrich Wennemar von Diepenbroick met dem hoff zu Heijden und dem Guth Busser Hausen met een hergewadebedrag van 15 goudgulden.

Een zegel aanhangend.

Oorkonde. 097

7 october 1716 … Heijden ahn siebenten tag Mohnats Octobris

Richter Heinrich Netler, Henrich Bossen en Derix Baumans, schepen van de heerlijkheid Heijen, verklaren dat voor hen Vrijheer Arnold Henrich von Neuenkirchen genant Nijvenheim en zijn zusters Helena Ewolda en Dorothea van hun have en goed in Heijen en in ihre Hegge gelegen, afstand gedaan hebben en verkocht. Tot eeuwig bezit gaan de goederen en weilanden over aan de echtelieden Hans Michel Grünewald en Petronella, geboren van Elsen, en hun erven. Deze goederen zijn van ouds allodiaal goed en derhalve geen leengoedbezit.

De oorkonde werd voorzien van drie bijenwaszegels.

Oorkonde. 098

17 februari 1717 … Heijden, am 17e Februarij.

Voor richter Heinrich Netler, Henrich Bossen en Dietherich Baumans, schepen van de heerlijkheid Heijen, verschijnt de weduwe van de schepen Hans Michael Groenewalt, Petronelle van Elsen en zij verklaart twee weilanden in de heerlijkheid van Heijen destijds gekocht te hebben van de vrijheer en vrijvrouwe Von Nivenheim zum Hamm. Nu verkoopt zij voor de som van 1150 zilveren Reichstaler aan vrijheer of baron Henrich Werner von Diepenbroeck en zijn vrouwe Engel Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell van Schellenberg en erfgenamen.

Van de drie zegel is er een verloren.

Oorkonde. 099

13 maart 1719 … So geschehe Heije den dreijzehnten tagh Mohnats Martij.

Richter Heinrich Netler en twee schepenen van de heerlijkheid Heijen, te weten Henrich Bossen en Derck Baumans verklaren dat Rembertus Passman en zijn vrouwe Christian Tegeleers een verkoop gedaan hebben van een huis met koolhof, kempen, baulandt binnen de heerlijkheid Heijen. Kopers zijn vrijheer Henrich Werner von Diepenbroeck en zijn vrouwe Engelina Elisabeth von Vittinghoff genannt Schell en hun erfgenamen. Op de hoeve drukt een jaarlijkse last van de levering van een hoen.

Oorkonde. 0100

24 october 1724Boxmeer den 24 october

Wilhelm de Raet fungeert als drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove in de tijd van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen. Voor deze drost verschijnt Johan Adolph van Hoekelom in zijn hoedanigheid als richter van de heerlijkheid Heijen met een volmacht van Wilhelm Frans Conrad van Diepenbroeck van 17 october 1724 in de Leenkamer. Wilhelm Frans Conrad verzoekt, na het overlijden van de vrijvrouwe Van Diepenbroeck, hem met zes stukken land te belenen, die Surmont- of Wijlacx leen genoemd worden en zo gebeurt.

Een zegel aangehangen.

Oorkonde. 0101

24 october 1724Boxmeer den 24 october 1724

Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove in de tijd van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen en vrijheer van Boxmeer. Voor deze drost verschijnt Johan Adolph van Hoekelom als righter der Heerlijckheijt Heijen met een volmacht van Wilhelm Frans Conradt van Diepenbroeck van 17 october 1724, waarin verwezen wordt naar een oorkonde van 29 december 1697 en waarmee Engela Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck, vrouwe tot Bulderen, Bergh, Heijen beleend werd met de Heerlijckheijt, Huijsens Heijen. Het heergewade voor dit Heijense leengoed bedraagt een marck golt ofte drij golt gulden. Thans wordt de zoon van Engela Elisabeth geheten Wilhelm Frans Conraedt van Diepenbroeck hiermee beleend.

Oorkonde. 0102

27 october 1724 Cleve am 27. Octobris.

Koning Frederich Wilhelm van Pruisen vaardigt na de dood van Engela Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck, geboren van Vittinghoff genannt Schell, een nieuwe leenbrief uit voor de hoff zu Heijden und dem Guth zu Busserhausen. Als gevolmachtigde van de nieuwe leenman van Wilhelm Frantz Conradt von Diepenbruchs treedt  Johan Adolph von Hoecklom op.

Oorkonde. 0103

30 augustus 1725

Voor Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeersche vrij Leen Hove onder Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, verschijnt de jurist Bodinckhuisen met een speciale volmacht als vertegenwoordiger van baron Hermans Giesbert, vrijheer van Diepenbroeck, wettige zoon van Engelas Elisabeth, vrijvrouwe van Diepenbroeck i.v.m. de belening met de heerlijkheid Heijen.

Een zegel aangehangen.

Oorkonde. 0104

30 augustus 1725 .. Boxmeer, den 30 Aug. 1725

Deze leenbrief handelt over de zes stukken land in de heerlijkheid van Heijen liggend, beter bekend als Surmonts- of Wylackse leen. Wilhelm de Raet beleent namens het Boxmeerse Leenhof Herman Giesbert van Diepenbroeck te Keulen ten overstaan van zijn leenmannen met voornoemde stukken land, komende van de weduwe en kinderen van Johan Diederick ten Ham.

Een zegel.

Oorkonde. 0105

23 november 1729

Voor Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer, onder Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, verschijnt Johan van Bergsum als richter tot Heijen met een speciale volmacht van Johan Herman van Diepenbroeck, Heer te Bulderen, Heijen en Bergh inzake het leengoed van zes stukken land binnen Heijen gelegen. Thans wordt Johan Herman met deze leengoederen beleend via de gewoonelijcken eedt van getrouwigheijt en betaling van het heergewade ten bedrage van twee alde schildt ad drij golt guldens per schild. Als leenmannen treden op: Gerardus Bodinckhuysen, jurist, en Arnoldus Schot, ook rechtsgeleerde.

Oorkonde. 0106

23 november 1729 … Boxmeer, den 23 Novembris 1729

Deze leenbrief houdt de belening in van de heerlijkheid Heijen, zoals vrijgegeven door Wilhelm de Raet, drost en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer. Het leengoed komt in handen van Johan Herman, vrijheer van Diepenbroeck, heer van Buldern, Heijen en Borgh.

Een zegel.

Oorkonde. 0107

1 mei 1731Cleve am 1e Maij

Koning Frederik Wilhelm van Pruisen beleent Johan Herman, vrijheer van Diepenbroeck, heer van Buldern, Heijen en Borgh met de hof te Heijden en het goed Busserhuysen.

Een zegel.

Oorkonde. 0108

25 september 1737 … Boxmeer, den 25 Septembris

Onder Gerardus Leurs, richter van de heerlijkheid Heijen en tevens borgemeester der Stadt Gennep, wordt hij als gevolmachtigde van vrijheer Johan Herman van Diepenbroeck, heer tot Buldern, Heijen en Borg, na het sterven van Frans Wilhelm, graaf van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, met de heerlijkheid Heijen inclusief het huis Heijen (=kasteel) beleend.

Oorkonde. 0109

25 september 1737 Boxmeer dem 25e Septembris

Vrouwe Maria Catharine gravinne douarière Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, markgravin tot Bergen op Zoom, gravinne tot Walhain, Boxmeer en Champlite, vrijvrouwe tot Bylant, Wisch en Pervez, vrouwe tot Dixmuiden, Haeps, Sambeeck, Barsel, Brainelaleut, Pannerden, Millingen, Gendringen en Etten, erfbanner vrouwe des Furstendoms Gelre en Graafschap Zutphen, regente en administratrice vant Hooggraaffelyck Huis Bergh maakt via Wilhelm de Raet, drost en stadhouder der Boxmeersche vrijleenhove, bekend dat Gerardus Leurs richter van de heerlijkheid Heijen en tevens borgemeester der Stadt Gennep gemachtigd is door vrijheer Johan Herman van Diepenbroeck. Laatstgenoemde wordt beleend met ses stucken lants, Surmonts ofte Wylax leen genoemt.

Een zegel.

Oorkonde. 0110

27 februari 1741 … Cleve am 27e Februarij.

Koning Friderich van Pruisen beleent via de gevolmachtigde Gerhard Leurs, Johan Herman von Diepenbrock met de leengoederen te weten de hof te Heyden en het goed Busserhuisen, tegen de gebruikelijke som van 15 goudguldens als heergewade.

Oorkonde. 0111

8 april 1748 … tot Boxmeer den 8. April.

De drost, stadhouder en leengriffier van de Boxmeerse Leenkamer in de persoon van L.F. de Raet bevestigt namens Johan Baptist, graaf Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, de heer Frederik Antoon Baron von Diepenbrock, overste van de ruiterij, met de heerlijkheyd en huyses Heijen als rechtsopvolger van de overleden Johan Herman Baron von Diepenbrock

Oorkonde. 0112

16 mei 1748 … Cleve am 16 Maij 1718.

Koning Friderich van Pruisen beleent via gevolmachtigde Gerhard Leurs, vrijheer Johan Herman von Diepenbrock met de leengoederen te weten de hof te Heijden en het goed Busserhuisen, tegen de gebruikelijke som van 15 goudguldens als heergewade.

=========================================================================

Nachtrag Urkunden Heyen

Oorkonde. 01

29 januari 1460 De schepenen van Gennep maken bekend dat voor de richter en voor de gezworenen op die Milsbeeck een stuk land overgedragen is, dat gelegen is ingher Merssen. Het land gaat van Johanna en Truyd Mangelmans over op Gadert Roffert en de rechte erfgenamen. De oorkonde, met aanhangend licht beschadigd schependomszegel van Gennep, dateert van het jair onss Heren dusent vierhondert tsestich des neesten dijnxstdagh nae Sunte Pouwels dach conversio.

Nachtrag Oorkonde. 02

12 maart 1467 De schepenen van Gennep getuigen dat voor hen Johan Pelen en zijn echte huysfrou bekend hebben dat zij jaarlijks een erfpacht schuldig zijn aan Neud Ongeloven en Heijl, zijn echtgenote, en hun beider erven. De pacht bestaat uit twee malder gerst en een half malder haver, in de Gennepse gewichtsmaat, elk jaar voortkomend of op te brengen uit een stuk land dat gelegen is aen ghen Wijttensteyn. De oorkonde dateert van het jaar onss Heren dusent vierhondert soeven ind tsestich up Sunt Gregorius dach. Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 03

26 augustus 1488 De schepenen van Gennep bevestigen dat Herman van den Staij en zijn huisvrouw Marina uit vrije wil een weiland, een pesken gelegen in gen donck, overgedragen hebben aan Zybert van den Hatert en zijn vrouw Mette en hun twee erfgenamen. De oorkonde dateert van het jaar onss Heren dusent vierhondert achtintachtentich des dinxdaige post Bartholomeus dess hilligen Apostels. Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 04

23 februari 1529 Voor de schepenen van Gennep getuigen Wilhem Rutten en Henneken syn echte huysfrouwe dat zij legaal een jaarlijkse rente van vijf Philippus gulden overgedragen hebben aan Johan Verholt, priester en vicaris van het Sint Antonius altaar in de kerk van Goch en zijn navolgers. De uitkering dient elk jaar plaats te hebben op de feestdag van Sint Peters ad Cathedram. Het bedrag moet komen uit enen weykamp, gelegen aen gen wyttenstein onder Heijen, dat met een einde grenst aan een weiland van de kloosterheren van gen Gaessdonck..

Het zegel van de Gennepse schepenbank is afgevallen. De oorkonde is opgesteld in het jaar uns Heeren duysent vyffhondert und nenenundtwyntich des anderen dachs na sent Peters dach ad cathedram.

Nachtrag Oorkonde. 04a

24 februari 1537 De gezamenlijke schepenen van Gennep getuigen dat de in de voorgaande oorkonde vermelde priester de rentebrief van 23 februari 1529 verkocht heeft aan het armenhuis van Goch in die Moelenstrait. Dit is geschied myt vurweten und consent Burgemeister, scepenen und Raidt der stat Goch

Nachtrag Oorkonde. 05

25 mei 1586 +          (31 maart 1552)

(19 pagina’s tellend document)

Bürgemeisters, scepen unde Rait der Stadt Gennep verklaren een afschrift van een brief voor waarheidsgetrouw, deze is afkomstig van keizer Karel V, geschreven te Brussel en gedateerd 31 maart 1552,.

Nachtrag Oorkonde. 06

18 juni 1560

Arndt Spanrebock van Heijen verzoent zich weer met Willem, hertog van Kleef, waarmee Arnt in een heftig conflict is geraakt. Arnt wordt gestraft voor het doden en gevangen gezet. Arndt zal voortaan niet meer onwillig zijn en andere onrichtigheiden to Heijden voorkomen en betere eyndracht houden. Tot meerdere zekerheid dat deze verzoening aangehouden wordt getuigen: Wilhelm van Schewick, Rutger van Erpraidt en Peter van Beringen.

Nachtrag Oorkonde. 07

22 maart 1565

Schepenen van Gennep als Melis van der Lynden en Sybert Lesier delen mede dat Arndt Spanrebock, eyn heer tho Heyen, en zijn huisvrouw juffer Galandt van Meverden, aan Reyner Frans Reyners en Bertgen zijn vrouw en hun erven een rentebrief ter waarde van 12 gulden Brabants overgegeven hebben. Het betreft een jaarlijkse rente, tegen midden Maart steeds te voldoen, komende uit een onderpand als bouhoff of boerderij geheten an gen Loicht met bijbehorende wei- en zaailand

Nachtrag Oorkonde. 08

3 maart 1573

Reinner Reinnersoen en Jan Lesier, scepen tho Genp (Gennep) en de gemeenschappelijke schepenen van Gennep verklaren dat Elbert van Holthuyssen en zijn vrouw Mechteldt voor de schepenbank gekomen zijn en een sekere summa van penningen ontvangen hebben. Zij verkopen daarmee aan Herman van Till en zijn vrouw Margriet en hun erven eennen kamp landts in gen Donck by Middeler (Middelaar) in het Gennepse rechtsgebied gelegen, dat ein edell eygen fry erff is.

Het Gennepse schependomszegel wordt aan het perkament gehecht.

Nachtrag Oorkonde. 09

11 september 1576

Herman van Till en Jan Lesyr, scepen tho Genp (Gennep) en de gemeenschappelijke schepenen van Gennep verklaren dat voor hen en voor schout Derick van Hillensberch in het gericht gekomen is Dederick van Dam. Deze verkoopt als erfkoop voor een zekere som geld einnen Camp wey ader hoy landts in unsen Gericht in der Marssen offte in die Dunck voor een vrij eigen erf aan Sophia, geboren van Nesselraidt, de weduwe van zeliger Frans vam Loe, frouwe tho Wissen und Ernstein.

Schepenzegel behouden.

Nachtrag Oorkonde. 10

20 april 1577

De gemene schepenen van Gennep, in het bijzonder de schepenen Gaerdt Poilman en Jan Lesyr, verklaren dat herr Arnt Martens der Rechten licentiat und Evert van Schuppelnbergh via eengevolmachtigde van voornoemde weduwe Sophia van Nesselraidt grondbezit als hoeven, landt, weyden, erffpachten en erfelijke ontvangende jaarrenten verkopen, die den huyss Wissen gehoorich zijn en gelegen in het ambt Gennep. Koper is Herman van Till en zijn huisvrouw Margriet Lansinck en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 11

10 februari 1588

Voor schepenen van Heijen, waaronder Johan Mychiels en Johan Ebben en schout Otten Ruytter verschijnt Elder Knippingh en juffer Elisabeth Spannerbock, heer en vrouwe tho Heijen, die krachtens deze aan Mychel Ogelingh en zijn vrouw Guurtghen van Hellensbergh, een rentebrief van zes daler verkopen.

Nachtrag Oorkonde. 12

6 augustus 1594

Voor de Heijense schepenen en de schepenen Johan Michiels en Thies van Hasell (?) verschijnen Alther Knippingh, heer to Heyen, en zijn vrouwe Elisabeth Spannerbock.

Zij verkopen een rentebrief van 18 daler jaarlijks geldende tot het moment dat een zekere geldlening wordt afgelost. De rente wordt opgebracht uit een onderpand, namelijk een weiland aan de Maas, genoempt den Wyttenstheen in der herlicheyt und gericht Heyen gelegen.

Kopers zijn Adolf Heijsen en Guedert Poylman en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 13

6 september 1594

Henrich Vermasen en Thies Ebben en de gemene schepenen van Heijen verklaren dat Alther Knippingh, heer to Heyen, en zijn vrouwe Elisabeth Spannerbock een jaarrentebrief van 9 daalders verkopen ten behoeve van Johan Heijsen en Anna Poylman en hun erfgenamen.

Nachtrag Oorkonde. 14

22 februari 1610

Alther Knippinck  en zijn vrouw Elisabet Spannerbucks, heer en vrouwe zu Heijen laten weten, dat Diderichen Anthoni en zijn vrouw Judit Masschopps of hun beider erven een schuldbedrag van 500 daler, Kleefs geld hebben, waarvoor zij grondbezit verpanden.

Nachtrag Oorkonde. 15

1 april 1615

De officiaal van het geestelijk gerechtshof te Münster doet een uitspraak over het huis Haselberg in het kerspel Ascheberg.

Nachtrag Oorkonde. 16

2 april 1615

De schepenen van de gerichtsbank van Heijen verklaren voor hun en hun schout in deze open bezegelde brief, dat Alter Knijppinck en Elisabeth Spanrebock, heer en vrouwe te Heijen, verschenen zijn. Er wordt een bedrag van 400 gulden geleend, waartegen Johan van Hasselt genaamd Ebben en zijn vrouw Peterken Clabbers een jaarlijkse tegenprestatie moeten leveren van o.a. een schepel gersten, een hoen, een half malder rogge volgens Gennepscher (inhouds) maten.

De drie zegels zijn afgevallen.

Nachtrag Oorkonde. 17

21 october 1617

Herman van de Staij en Franck Driessen, schepen, en de gemene schepenen van Heijen met hun schout verklaren dat voor hun Alter Knijppinck, heer zu Heijden und landrost zu Sevenar en zijn vrouwe Elisabeth Spanrebock verschenen zijn. Zij schenken aan dat Armen Gasthuijs toe Genp een jaarlijks inkomen aan rente van negen dalers, iedere daalder dartich stüver waard en telkens te voldoen op de kerkelijke feestdag van St. Maarten in de winter (11 november). De eerste renteuitkering zal plaats hebben in het jaar 1618. Deze last drukt op einen kamp weijlantz gelegen in die Witte Stein in die herlicheitt Heyden aan de Maasstroom gelegen.

In vroegere jaren, in vorigen tiden vor afbrandungh der Stadt Genno (in 1597 !), is een soortgelijke schenkingsbrief gewesen, die in den Gennepschen brandt verkommen sein, dus verloren of verbrand zijn.

Oorspronkelijk waren aan dit perkament uit 1617 twee zegels bevesigd.

N.B.: De achterzijde van dit perkament bevat een notities inzake aflossing van deze renteschuld uit het jaar 1670.

Nachtrag Oorkonde. 18

21 februari 1618

Georg von Boenen en zijn gemalin Galandt Knippinck te Oberfeldt worden genoemd in een soort obligatiebrief, waarin zij borg staan voor Caspar Bellman en zijn vrouw te Lünen i.v.m. een bedrag van 100 zilveren alte Rijksdaalder tegen een rente van 6%. Tot zekerheid verpanden zij zekere bezittingen.

Nachtrag Oorkonde. 19

13 juni 1664

Voor schout Johan Deusing en de Heijense schepenen waaronder Dieterich Ebben, Johan van Lottumb wordt bekend gemaakt dat Alert Peters en zijn vrouw Gertgen Gerritz afstand gedaan hebben van weiland, geheten ten kleine Papelier. Dat is gelegen naast des Frauwen van Heijen Papeliern, mitt die andere seith dess Maass oeffern, en is geheel vrij erfgebied. De afstand en de eigendomsoverdracht geschieden ten gunste van Johannes Haesbaert, keurvorstelijk Brandenburgs-Kleefs Justiz secretarij en zijn vrouw Sophia Schmit en hun erven.

Nachtrag Oorkonde. 20

18 juni 1674

Voor Herman Hermans en Hendrick van der Ahe, schepenen en voorts de gemene schepenen der Stadt Gennep en hun scholtis Werner van Rijswick verschijnen Herman Ebben en Hester Lijesbeth Ebben, die een grondstuk ofte weidekamp, gelegen im ambt Gennep geheten in gen Roij voort, als vrij erfgoed bij de leijgraff aan de Maas gelegen, van de hand doen. Ook wordt een grondstuk vernoemd in gen Aaldunck gelegen. Alles gaat door koop in erfelijk bezit over aan de Brandenburgse rentmeester Christianen Brandt ende Me fraw Margaritha Beatrix Erckel.

Nachtrag Oorkonde. 21

13 maart 1677

Theodorus Goumans jurist, de schepen Herman Hermans en de gemene schepenen van de stad Gennep maken bekend dat voor hun schout of scholtis Werner van Rijswick de vrouwe Wendelina van Erckel, weduwe van lieutenant Hannia van Erckel en Odilia, verschenen is. Zij verkoopt en draagt een weijkamp, gelegen in gen Donck, der lange Camp geheissen, (bij Middelaar) over aan zuster Margarethen Beatrix von Erckel, vrouw van de Brandenburgse raad en landrentmeester Christian Brandt.

Nachtrag Oorkonde. 22

16 maart 1677

Voor Johan Deusing en Henderich von der Ahe, schepen, en de samptliche scheffen der Stadt Gennep als ook voor scholtis Werner van Rijsswick, verschijnt landrentmeesrer Christiaan Brandt in eigen persoon. Hij draagt o.a. twee kleine morgen groot weiland unter Uffelt (Oeffelt) gelegen, grond ingen Dunck, zijn aandeel in den langen Camp in gen Dunck en ook geldbedragen van 200 Reichsthaler en 100 Reichsthaler over aan zijn jetzigen lieben hausfrawen Margarethe Beatrix von Erckel en kinderen.

Met het schependomszegel van Gennep.

Nachtrag Oorkonde. 23

29 april 1682

Huwelijksverdrag, opgemaakt door howelicks vrienden van beide zijden (bruid en druidegom) aangezocht, voor een echt ende wettig tractaet van houwelick offte houwelicks vurwaerden tussen Hendrick Wilhelm, vrijheer van Westerholt, erfbannerheer van het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen, en Joanna Sophia van Vittinghoff genannt Schell.

Hendrik Willem is de zoon van Bourchard Wilhelm en Anna van Renesse de Elderen en Joanna Sophia is de dochter van wijlen Gisbert Johan van Viitinghoff, genannt Schell en Agnes Maria van Boenen, heer en vrouwe van Schellenberg en Heijen.

Op de oorkonde bevinden zich 10 opgedrukte rode zegels.

Nachtrag Oorkonde. 24

10 mei 1684

Everhard Adrian Haesacker der Rechten Doctor, stadhouder namens de gravin Van den Bergh van het Boxmeerse Leenhof, maakt op verzoek van joffer Judit van Egeren na het overlijden van Diedrik Suijrmondt, bekend dat een leengoed onder Heijen, bestaande uit 8 parceeltjens, van ouds Wijlacks leen genoemd, in de Leenkamer geregistreerd wordt op naam van de leenman Johan Dieterich Then Ham.

Zegel van de Leenkamer.

Nachtrag Oorkonde. 25

19 september 1691

Namens Oswald graaf Van den Bergh te Boxmeer maakt Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer bekend, dat Bertine Elisabeth van Vittnghoff genannt Schell, vrijvrouwe tot Heijen met een leengoet in de heerlijckheijdt Heijden gelegen en van jonker Diderik Surmondt afkomstig en gekocht, nu beleend is geworden na betaling van de leenvergoeding of het heergewaad ter waarde van twee alde schilden. Het leengoed bestaat uit zes parceelen land.

Als leenmannen treden naar voren Peter Sam en Rutger Ambrosius de Raedt.

Nachtrag Oorkonde. 26

29 december 1697

In naam van Oswald graaf Van den Bergh te Boxmeer maakt Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer bekend, dat voor hem Gerardt Huijster, landschrijver van der vrijheerlijckheijt van Boxmeer gekomen is met een volmacht van Hendrik Werner van Diepenbroick, vrijheer van Bulderen, Bergh en Heyden en Engel Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell. Hij verzoekt vanwege het overlijden van Bertine Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell dat voornoemde Gerardt  beleend wordt met de 6 stukken land van het jonker Surmont of Wijlax leen.

Nachtrag Oorkonde. 27

30 juni 1713

Diederik Ripperbandt, drost en stadhouder van de Boxmeerse leenkamer maakt namens Maijnard Carell Anthoin van Hohenzollern-Sigmaringen bekend, dat Gerardt Huijster opnieuw verzocht heeft om te worden beleend mit ten Hams, Suirmonts ofte Wijlax leen als gevolg van een volmacht, die hij heeft van Hendrik Werner van Diepenbroick en Engel Elisabeth van Vittinghoff genannt Schell.

Nachtrag Oorkonde. 28

30 september 1776

Friderick, koning van Pruisen, beleent Caspar Adolph von Romberg met de hof zu Heijden en het goed Buscherhausen, zoals Henrich Carl Dieterik van Diepenbruch die leengoederen in october 1764 verkreeg. Caspar Adolph is de voogd over de onmondige Conrad Adolph von Romberg.

Nachtrag Oorkonde. 29

23 mei 1782

Op heden verschijnt voor L.F. de Raet, drost, schout en stadhouder van de Boxmeerse Leenkamer, Coenraid van Wijlack als rentmeester en gevolmachtigde van Caspar Adolf vrijheer van Romberg. Hij verzoekt, als gevolg van het overlijden van de graaf Van den Bergh, Hohenzollern-Sigmaringen, om opnieuw beleend te worden, zoals in 1776 is geschied, met de Heerlijkheid en Huis Heijen met alle bijbehorende rechten en geregtigheden en zoals voorgaande leendragers die verkregen hebben.

Caspar Adolf verzoek geldt als voogd over de minderjarigen Conraad Adolf, vrijheer van Romberg.

Nachtrag Oorkonde. 30

3 mei 1787

Friderich Wilhelm, koning van Pruisen, accordeert een leenakte inzake de Hof zu Heijden en het goed Busserhuisen ten name van Conrad Adolph, zoon van Caspar Adolph von Romberg, heer te Bladenhorst en Brüninghausen.

Venray, 22 maart 2010